Vincent en Elke op wereldreis 2009 - 2010

De 19 daagse van Patagonie

Eenmaal terug van Antarctica in Ushuaia hebben we een reisdip. Beter dan Antarctica kan het niet worden, toch? Bovendien hadden we alles tot aan Antarctica globaal gepland en nu weten we het even niet meer of hebben we gewoon even geen zin om er over na te denken. Na het nodige uitzoekwerk op internet besluiten we eerst naar Puerto Natales in Chili te gaan en we boeken onze bustickets voor de 14 uur durende reis. In Zuid-Amerika zullen we veel gebruik gaan maken van de bus. De bussen gaan overal naar toe, zijn niet duur en er is keuze uit meerdere klassen (normaal, luxe, bijna een bed of helemaal een bed). De afstanden zijn enorm en busreizen van 20 uur en meer zijn geen uitzondering. In Ushuaia brengen we onze gehuurde kleding terug, doen de was en gaan 's avonds nog uit eten met Geert en Lonneke, die de volgende dag terug gaan naar Nederland..

Op 17 maart stappen we 's ochtends om 7 uur in de bus en rijden we dwars door de enorme dorre, enigzins sombere, vlaktes van Argentinie (die we later nog veel meer tegenkomen). Voordat we het weten zijn we bij de grens met Chili. Paspoorten checken bij de grens van Argentinie, 5 km rijden door niemansland, paspoorten en bagage checken bij de grens van Chili.Afhankelijk van de drukte kan dit nogal wat tijd in beslag nemen. Wij hebben geluk en zijn vrij snel Chili binnen. We komen op tijd aan in Punto Arenas en kunnen drie uur eerder een aansluitende bus nemen. Rond 9 uur 's avonds zijn we in Puerto Natales en checken we in bij ons hostel. De volgende dagen staan in het teken van de ‘W-trekking' in het Torres del Paine National Park. Dit park staat bekend om de grote granieten pilaren van de Torres del Paine, die met ruim 2000 meter boven alles uitspringen. Na wat onderzoek besluiten wij de ‘W-trekking' in vier dagen te doen. De eerste twee nachten slapen we in een tent die we huren bij een Refugio (een chalet) en de laatste nacht boeken we een bed in een Refugio. Aangezien we aan het eind van het seizoen zitten en gebonden zijn aan de Refugio's lopen we de trekking van oost naar west. We huren een slaapzak in Puerto Natales en doen inkopen voor de vier dagen om toch nog de kosten een beetje te drukken want alles in het park is megaduur.

Op vrijdag worden we om 7 uur opgehaald, zijn we twee uur later bij het park en worden we met een shuttle bus afgezet bij het beginpunt van de trekking, Refugio las Torres. Met een volle backpack voor Vincent en een rugtas vol met eten voor Elke lopen we naar onze eerste bestemming, Refugio Chileno. Het is prachtig weer en we zien de Torres al liggen. De tocht begint gelijk zwaar, na 200 meter lopen is het gelijk bergop. Na een half uur voelen we de kuiten al en vragen ons af waar we aan begonnen zijn. Twee uur later zijn we bij de refugio waar we de backpack achterlaten en door gaan naar de Torres del Paine lookout. Vooral het laatste deel (slechts 1 km) is erg steil en zwaar, maar het uitzicht boven over de torres is mede door het mooie weer, werkelijk fantastisch en overweldigend. De lunch smaakt erg goed en na een uur gaan we weer terug, waarna we anderhalf uur later terug zijn bij onze refugio en zit dag 1 van de trekking erop. 's Avonds eten we in de refugio's (zodat we geen kookspullen mee hoeven te nemen), kaarten we met andere trekkers en brengen we de eerste nacht door in het tentje. Het is vrij koud 's nachts en liggen op een dun matje (waar dat voor dient begrijpen we nog steeds niet) is echt geen pretje, maar omdat we vermoeid zijn van het lopen, slapen we toch redelijk.

De volgende ochtend staat een relatief korte dag op het programma, van Chileno naar refugio Cuernos, een trek van ongeveer vier uur. Het weer is intussen omgeslagen, er is veel bewolking en er staat een stevige wind waardoor we ons regelmatig vast moeten houden aan bomen en grote brokken steen. Wanneer we langs een meer lopen, is de wind zo sterk dat het water vanuit het meer als een douche over ons heen komt. Bij de refugio aangekomen, genieten we van de vrije middag, kaarten we wederom en laten ons het eten goed smaken (dit keer vragen ze ons niet om te betalen en dat doen we dan ook maar niet.....) In de vorige refugio waren we al gewaarschuwd voor de muizen die 's nachts op zoek gaan naar eten. We hangen onze zak vol met het broodnodige eten in de boom en slapen in het tentje met weer een prutsmatje...Binnen 2 uur worden we wakker door gegil naast ons. Bij een van de andere tenten zijn muizen binnengedrongen en natuurlijk slapen hier alleen vrouwen.....Ook Elke is helemaal in de ban van de muizen en stuurt Vincent op pad om alles te controleren. Natuurlijk ziet Vincent (half wakker) niets en vraagt aan Elke of het eten nog verhangen moet worden, de muizen kunnen misschien wel via de boom naar ons lekkers toe. Maar Elke verzekerd dat het niet nodig is. De nacht worden we regelmatig wakker van getrippel naast / tegen / over de tent en vooral Elke doet geen oog dicht. De volgende ochtend worden we wakker en controleren het eten en de muizen zijn geslaagd. Half aangevreten (lekkere) snickers, muesli, cake. Gelukkig hebben ze nog wat overgelaten....Bij andere trekkers zijn gaten in tenten gemaakt, backpacks kapot gevroten echt geen pretje....

Met de helft van onze proviand beginnen we aan de derde dag, de zwaarste van de vier. Vandaag staat 28,4 km op het programma van refugio Cuernos, via de Franse vallei naar refugio Paine Grande. Het eerste deel is weer erg winderig en we worden regelmatig bijna omver geblazen. Bij camping Italiano laten we onze backpacks achter, zodat we dit niet mee hoeven te slepen door de Franse vallei. We lopen langs een rivier met uitzicht op besneeuwde bergtoppen waar regelmatig een lawine naar beneden komt. Het zicht is prachtig en spectaculair, maar vooral het geluid van de knal is overweldigend. Het weer zit ons niet mee en bij het lookout regent het, is het bewolkt en zien we de Torres del Paine (de andere kant dit keer) niet echt goed. Het is erg koud en we besluiten maar snel weer terug te gaan. Vier uur later komen we gesloopt, kreupel en licht vloekend aan bij refugio Paine Grande, pfff wat is een warme douche en bed dan lekker. 's Nachts worden we alleen wakker gehouden door een snurkende Spanjaard, maar een andere kamergenoot maakt hier al snel een eind aan......

Dag vier lopen we naar de Grey Gletsjer en weer terug, ook weer een tocht van 22km, maar het weer is beter, we hebben goed geslapen en het vele lopen verbeterd onze conditie elke dag. Na zes uur lopen zit de trekking erop en hebben we er in vier dagen 76,4km op zitten en zijn we helemaal op. We hebben wel de reisstemming weer helemaal te pakken! Reizen & hiken is geweldig! Daarnaast hebben we ontzettend veel mensen ontmoet tijdens de trekking die we (later blijkt) steeds weer tegenkomen.'s Avonds gaan we met de ferry terug naar het beginpunt van de trekking, waar we met de bus terug gaan naar ons hostel in Puerto Natales.

Na Puerto Natales vertrekken we met de bus (dit keer maar vijf uur) naar, El Calafate. El Calafate is genoemd naar een lokale kers en wordt door toeristen als basis gebruikt om naar de Perito Moreno Gletsjer te gaan. We passeren de grens weer, El Calafate ligt in Argentinië, wat wederom vrij snel verloopt. In het hostel in El Calafate boeken we de bus naar de gletsjer voor de volgende dag. De Perito Moreno gletsjer is met 35 km lang, 5 km breed en 60 meter hoog een van de grootste gletsjers ter wereld. Deze is uniek doordat er elke dag ongeveer twee meter aangroeid en dit er aan de voorkant ook weer afgaat. Het is bijna onvoorstelbaar wat een spectaculair gezicht en vooral geluid het is, als er een stuk van tientallen meters afknapt en neerslaat op het water. We brengen de hele dag door met het wachten op en kijken naar dit spektakel. De dag begint tot onze teleurstelling met regen, maar gedurende dag klaart het helemaal op en breekt de zon er goed door. Wij vinden het super!

Na enige twijfel, we zijn er niet uit of El Chalten wel de moeite waard is, besluiten we er toch heen te gaan. Het boeken van een kamer in El Chalten was op het internet niet mogelijk en na het bellen van een aantal hostels hebben we nog steeds geen bed. Dan maar op de bonne fooi en mocht er echt niets vrij zijn, dan kunnen we altijd nog een tent huren met zo'n k.. matje. Eenmaal in El Chalten (3 uur met de bus) lopen we het eerste hostel binnen en hebben ze nog 2 bedden in een dorm (slaapzaal) vrij. De bedden zijn snel geboekt en we gebruiken 's middags voor het voorbereiden van de trekking van de volgende dag en het verder plannen van onze reis door Zuid-Amerika en hebben we eindelijk een reisplan! Ivm de aardbeving in Chili, slaan we midden Chili geheel over en besteden we deze tijd in Noord Argentinie.

De volgende ochtend, met nog steeds een beetje spierpijn van de W-trekking, staat de Fitz Roy-trek op het programma. We worden opgehaald door een busje dat ons bij het beginpunt ,El Pilar hostel, afdropt. Vanuit hier lopen we door een licht heuvelig en bosrijke omgeving naar campiomento Rio Grande. Vanaf hier is het twee km steil naar boven naar het Laguna de los Tres. Ook hier is het boven weer genieten, met wederom super mooi weer en een geweldig uitzicht over de Fitz Roy. Wat zijn wij blij dat we toch naar El Chalten zijn gegaan! Na een goede lunch lopen we vanuit hier weer terug naar El Chalten. Een schitterende dag trek van 26,4 km en ruim zeven uur. De tweede dag gebruikt Elke om een beetje bij te komen, maar voor Vincent is het nog niet genoeg en hij maakt nog een 22 km lange trek naar het Laguna Torre, waar hij weer een ander uitzicht heeft over de Fitz Roy. 's Avonds nemen we de bus terug naar El Calafate.

Onze laatste bestemming in Patagonie is Bariloche, de jetset stad van Argentinie, midden tussen de bergen en de meren. Ook onze Wimlex & Maxima hebben hier een huis. Om in Bariloche te komen hebben we een busreis van 28 uur voor de kiezen. Hemelsbreed is de afstand nog geen 1200km maar omdat er geen fatsoenlijke weg is (er is er wel een maar volledig gravel, de route 40) en het langer duurt om deze weg te nemen, reizen we via de oostkust naar Bariloche. De bus rijdt door de gigantische dorre vlaktes met alleen lage bestruiking, die zelfs tot aan de kust hetzelfde blijven. Zo'n 50km voor Bariloche wordt het landschap groener en diverser. We hebben een beetje het gevoel dat we in de Alpen zijn. Eenmaal in Bariloche wordt het gevoel nog eens versterkt want de bebouwing heeft erg veel weg van Oostenrijk & Zwitserland. Het hostel (hostel 41 Below) dat we geboekt hebben blijkt ontzettend gezellig, schoon en niet onbelangrijk er is een superkeuken met ALLES! De komende vijf dagen gaan wij hier ons wel thuis voelen! De dagen in Bariloche staan centraal met het proeven van Chocola, in de vorm van chocolademelk, paaseitjes, bonbons, brokken chocola en chocolade ijs!!

Bariloche staat er bekend om en wij weten nu wel waarom! In het hostel gaan de nodige flessen wijn en bier er doorheen. Natuurlijk kunnen we niet alleen blijven eten & drinken en doen we op de vierde dag een lange wandeling door de omgeving van Bariloche. In de winter kan er volop geskied worden en in de zomer heerlijk gewandeld, mooi met al die meren! De laatste avond eten we maar weer eens een overheerlijke Argentijnse steak met Norman & Hazel in een leuk restaurantje! Het is maar goed dat we onze busticket naar Mendoza al geboekt hebben ivm de drukke paasdagen anders waren we hier nooit meer weggekomen! Na 19 dagen is er een einde gekomen van ons bezoek aan het ruige Patagonie! We hebben heel wat kilometers in de benen en het was het helemaal waard!

Antarctica!

Antartica, een continent zo groot als Australie, 12 maanden per jaar volledig gehuld in sneeuw en ijs en het grootste zoetwater reservoir ter wereld. Wij zijn er geweest en oh wat was het bijzonder, gaaf, magisch, onbeschrijfelijk en prachtig!

Voorafgaand aan onze 10 daagse expeditie naar Antartica verblijven drie nachten in Ushuaia, de poort naar Antarctica. Bij deze dagen willen we niet al te lang stil blijven staan, aangezien ze volledig in het niet vallen bij onze ervaringen in Antarctica. Ushuaia is een leuk toeristen stadje dat claimed het meest zuiderlijke stadje ter wereld te zijn. Door de omliggende bergen met sneeuw hebben we een beetje een wintersport gevoel. We komen de dagen door met kleding shoppen/huren voor Antarctica, internetten en warme chocolade melk drinken. De laatste volledige dag in Ushuaia maken we een 3 uur durende wandeling door het Tierra del Fuego National park, ook wel vuurland genoemd. Het is een leuke wandeling langs het Beagle kanaal met uitzicht op de sneeuwtoppen.

Dag 1:

Op 5 maart worden we wakker met een beetje vreemd gevoel in de buik, we gaan naar Antarctica! Naast dat het natuurlijk één groot avontuur is maken we ook een beetje zorgen. Gaan we zeeziek worden? Hebben we de juiste kleding? Hoe zou het weer worden? We hoeven pas om 16 uur te boarden in de haven en komen op het laatste moment nog bijna in tijdsnood. Nog even dit en dat, zorgt ervoor dat we uiteindelijk om 16:30 boarden. Ons schip de M/V Plancius is een in Nederland omgebouwd marineschip. Deze biedt nu plaats aan max 110 passagiers en 30 bemanningsleden. We worden vrolijk door de crew onthaalt en naar onze hut gebracht, veel luxer dan we verwacht hadden! Er is een groot raam, twee aparte bedden, een bureautje, ruime kleding kast en een grote prive badkamer. De Plancius is pas per 1 januari 2010 in de vaart genomen en daarom is alles splinter nieuw! Om 17:30 worden we uitgenodigd in de observation lounge/ bar met enorm grote ramen voor het welkom en een glaasje champagne. Naast een algemene introductie van het schip en bemanning krijgen we ook een globale indeling van de week. En dan komt er een minder leuk nieuwtje. Eén van de zusterschepen heeft een kapotte motor en kan niet uitvaren. De 32 opvarenden, die een duik reis hebben geboekt, worden naar onze boot getransferreerd omdat onze boot niet vol zit. Eén groot probleem, de andere boot zou pas de volgende dag gaan varen....drie keer raden.... we gaan een dag later weg! We zijn heel erg teleurgesteld en de sfeer in de bar slaat in één klap om. Na een uur te hebben zitten mokken en samen met andere passagiers te hebben zitten klagen, spreken we met zijn allen af er maar het beste van te maken. Op de boot zitten veel senioren (zoals verwacht) maar ook wel jongere koppels. Het grootste gedeelte van de opvarenden zijn Nederlands en Amerikaans (de duikgroep). Ook zijn er wat Engelsen, Duitsers, Zwitersen, Italianen en Nieuw Zeelanders aan boord. Het klikt al snel met Lonneke, Geert en Eduard en met zijn vijven schuiven we om 19.00 aan voor het eten. Het drie gangen diner is voortreffelijk en voor de teleurstelling krijgen we de wijn gratis. Dat laten wij Nederlanders ons geen tweede keer zeggen en voor we het weten gaan we een erg gezellige avond tegemoed met veel te veel wijn en veel te laat naar bed.

Dag 2:

Het gevolg van de wijn is dat we allebei de volgende ochtend wakker worden met een gigantisch kater! Meteen komt ook het besef dat we vandaag gaan varen en de Drake Passage over moeten. De Drake Passage is door zijn nauwe doorgang één van de meeste ruige zeëen ter wereld en er worden regelmatig golven gemeten van 15 meter en meer. De bijnaam van de Drake Passage is ook wel de Drake Shake. Misschien niet zo handig dat we een kater hebben?! We worden iedere ochtend door het omroep systeem gewekt met de melding 'Goodmorning everybody, goodmorning! It is the ... of March 07:30 time to wake up! Breakfast will be served at 08:00' We slepen ons naar het ontbijt en ontdekken al gauw dat we niet de enigen zijn met een kater. Na het ontbijt kruipen we nog even een paar uurtjes het bed in... Om 11:15 is het dan eindelijk zover, de trossen gaan los!! Het is een mooie heldere dag en er is een prachtig uitzicht op het Beagle kanaal. Het voelt heel apart om de stad achter je kleiner te zien worden en je te beseffen 10 dagen uit de bewoonde wereld te leven. Om 13:00 moeten we alweer aansluiten bij de lunch (wederom drie gangen) en krijgen we de mededeling dat het weerbericht voor de drake passage zeer gunstig is! Bij de dokter regelen we voor de zekerheid toch maar van die pleisters die je achter je oor kunt plakken tegen zeeziekte. Gedurende de dag krijgen we een veiligheidsbriefing met aansluitend een evacuatie oefening. Het alarm gaat, pak je lifevest uit de kast, naar de observatieruimte, en dan naar de life boats. Als we eenmaal de Drake Passage opvaren merken we een aanmerkelijk verschil in de deining. Waar wij ervan overtuigd zijn minimaal twee meter hoge golven te hebben en het toch best wel heen en weer vinden gaan, lacht de bemanning ons zo ongeveer uit, voor hun is het namelijk een Drake Lake.

Dag 3:

De gehele dag varen we door de Drake Passage die inmiddels gehuld is in een dikke laag mist. Ondanks dat we geen nog geen landingen maken, hebben we toch best een druk programma. Als eerste krijgen we een zodiac briefing. Met een kleine rubberboot (zodiac) voor 10 man worden we bij een landing aan land gebracht. Voordat we in de zodiac mogen, moeten we eerst met onze boots (laarzen) in een desinfectie bak, zodat je geen ziektes meeneemt Ook mag je zonder lifevest niet mee en krijgen we instructies hoe je in de zodiac stapt. Vooral in slecht weer is dit namelijk niet zo makkelijk! Verder moet je elke keer je kaartje omdraaien zodat de bemanning weet dat je op het land bent of op de boot. Later zijn er nog twee lezingen over Antarctica. De eerste gaat over vogels, waar ook de penguins onder vallen en de tweede gaat over een onderzoek over de invloed op Antarctica van de toename van CO2 opname in het zeewater. Ook zijn we best druk met eten wat we drie keer per dag uitgebreid doen. Verder hebben we het erg gezellig met alle andere passagiers en voor we het weten is dag alweer om. Af en toe doen we een ommetje op het dek en kijken we mee met Steve de vogelspotter. Hij wijst ons albatrossen en verschillende soorten meeuwen aan. Mmmm we komen er achter dat we geen echte vogelliefhebbers zijn.

Dag 4:

Door het rustige weer op de Drake Passage heeft het schip een hoge snelheid kunnen behouden en zijn we eerder dan gepland aangekomen bij ons eerste landingspunt Aitcho Island, een eiland boven Antarctica. Dit betekent dat we ten opzichte van ons oorspronkelijk vertrekdag geen landingen hebben gemist, waar we erg blij om zijn!.Als we buiten op het dek staan horen we in de verte veel geluiden en komt er af en toe een heerlijke vlaag pinguin poep langs. Helaas is het nog steeds heel erg mistig en kunnen we het land niet zien. Om 08.45 worden we opgeroepen voor de eerste landing die ondanks het slechte weer toch doorgaat. Als we van top tot teen ingepakt zijn, onze boots aanhebben, kaartje omgedraaid en boots ontsmet zijn, zijn we klaar om te gaan! Door de dichte mist komt langszaam het land in zicht en daar zien we honderden Gentoo & Chinstrap pinguins. Eenmaal aan land krijgen we eerst een instructie met wat er op het eiland te zien is, waar je wel en niet mag komen en natuurlijk nogmaals de melding minimaal 5 meter van de penguins weg te blijven. Dit laatste is zeker niet makkelijk want de penguins zitten overal. Het is het einde van de zomer en daarom is het grootste gedeelte van de jongen al ‘uitgevlogen'. De meeste ouders zijn inmiddels in de rui en krijgen in twee weken een geheel nieuwe wintervacht. In die tijd kunnen ze niet de zee in en eten ze dus die tijd ook niet. Gelukkig voor ons zijn er nog veel puber pinguins aan land. We kunnen ons uren vermaken door naar ze te kijken. Ze zijn lekker naief, totaal niet bang voor ons en maken een hoop kabaal. Er zijn een aantal penguins die gewoon aan je broek zitten te pikken, geweldig! Naast de penquins zien we nog wat elephant seals, fur seals en verschillende vogels.

Twee uur aan wal zorgt ervoor dat we compleet bevroren zijn en blij zijn dat we terug gaan naar het schip! Na de lunch pakken we ons weer in voor een volgende landing naar Half Moon Island. We vermaken ons wederom twee uur met het kijken naar de penguins en daarnaast zijn er superveel Fur seals en Wedellseals te zien. Fantastisch dat je zo dichtbij kunt komen ! De wind is inmiddels aardig aangetrokken en het is verschikkelijk koud! We worden dan ook door de expeditieleiders van het eiland gehaald omdat we terug moeten ivm hoge golven. Gaaf, om met de zodiac over de hoge golven te gaan! We worden wel kleddernat en zijn helemaal doorweekt als we aan land komen. Na het diner vaart het schip via een stuk open zee en de Brainsfield strait naar Cuvervill Island. De golven zijn hier een stuk hoger dan we op de drake passage hebben gehad. We schommelen aardig in ons bedje maar we zijn zo moe van alle indrukken dat we al snel in slaap vallen.

Dag 5:

De gehele nacht heeft het schip doorgevaren door het Gerlach kanaal richting Cuverfill island. Helaas is het weer niet opgeklaard als we de volgende ochtend wakker worden. Er is zelfs een sneeuwstorm! Het is niet eens zeker of we wel een landing kunnen maken. Gelukkig blijkt als we tijdens het ontbijt in Cuverfill Island aankomen, de zee rustig genoeg zodat we toch aan land kunnen gaan. Hier zien we ook onze eerste ijsbergen! Verder zijn er weer hele kolonies met Gentoo penguins. We krijgen een echt Antarctica gevoel!

'S Middags is het tijd voor onze eerste stappen op het vaste land van Antarctica. Helaas sneeuwt het nog steeds erg hard en is het zicht weer minimaal. Naast onze landingsplek in Neko Harbour ligt een grote gletsjer die erg onstabiel is. We krijgen duidelijke instructies mee voor het geval er een stuk ijs afbreekt. Zo snel mogelijk naar een hogere berg binnen 35 seconden, wel of geen penguin binnen 5 meter, maakt niet uit! Gelukkig gebeurd er niets tijdens onze landing! Er zijn heel veel jonge penguins bij deze kolonie en veel zullen de winter niet halen omdat ze gewoon weg te laat zijn. In de avond krijgen we een presentatie van Roberta, een wetenschapper die we morgen op het Amerikaanse Palmer onderzoeksstation afzetten. Wij hebben het geluk het onderzoeksstation te bezoeken maar voordat het zover is krijgen we eerst een presentatie van Roberta over de werkzaamheden en regels van het onderzoeksstation.

Dag 6:

We kunnen het bijna niet geloven als we wakker worden, het is droog en er schijnt een heel waterig zonnetje! Bij het ontbijt horen we dat er vanacht nogal wat spectaculairs heeft plaatsgevonden, wij zijn er alleen totaal doorgeen geslapen. Bij onze ankerplek zijn gigantische stukken ijs van de gletjser afgebroken die bijna het schip hebben geraakt. De kapitein heeft daarom besloten niet voor anker te gaan en heeft de hele nacht op en neer gevaren door het Bismarck Strait. Onze eerste landing is op Brown Island waar een kolonie met Adelie penguins aanwezig is. Deze penguins zijn veel schuwer dan de andere soorten die we nu gezien hebben. Na een uurtje op het eiland vertrekken we met de zodiac naar Palmer station. Heel apart om te zien dat een groepwetenschappers maanden lang afgezonderd van de wereld leven. Tijdens de rondleiding krijgen we te zien hoe ze leven en wat voor een soort onderzoeken ze doen, interssant.

Na de lunch vaart het schip via de Gerlach street richting het Lemaire kanaal. Wonder boven wonder trekken er steeds meer wolken weg en begint de zon echt te schijnen. We zien nu ook wat we de afgelopen dagen hebben gemist ivm de mist. Overal om ons heen verschijnen hoge bergen met gigantisch veel sneeuw. Samen met de vele gletjsers en ijsbrokken in het water wanen we ons in een heel andere wereld. Dit is absoluut het allermooiste wat we ooit gezien hebben! Gevolg is dat we honderden foto's maken maar geen een kan daadwerkelijk laten zien hoe wij het ervaren hebben. We hebben zo ontzettend veel geluk dat de zon schijnt want er staat een cruise op de planning door het rondom Pleneau Island. Daar zien we de mooiste ijsbergen, wedellseals, crabeaters en leopard seals! Wat een mooie ervaring!! Na twee uur in de zodiac zijn we compleet bevroren en blij dat we terug gaan naar het schip. 's Avonds hebben we een barbeque op het dek en komen er nog een aantal Minky Wales voorbij, een heerlijke afsluiting van een heel bijzondere dag. We krijgen later de melding dat we de nacht niet in het lemaire kanaal kunnen blijven. Door de wind worden we helemaal omsloten door ijs! Super gaaf om te zien hoe schip door het ijs breekt!

Dag 7:

Het weer is een kopietje van de vorige dag en we zijn nog steeds in een soort jubel stemming! We landen dit keer op Usefull Island die volledig bedekt is met een dikke laag penguin poep modder. Gadver, we klotsen letterlijk door de modder en alles zit onder. We stinken echt verschikkelijk. Elke loopt de berg op met een aantal anderen voor een 360 graden view over de baai. Vincent zoekt een leuk plekje op waar bij de penguins en fuhr seals in het water observeerd. We blijven maar entertained door alle wildlife! De tweede landing is bij het Argentijnse verlaten Almirante onderzoeksstation. Het wordt een beetje eentonig maar ook hier waren de uitzichten weer geweldig. Geert en Vincent maken samen een sneeuwpop in de sneeuw en even later glijden we met zijn allen op de kont de berg af, heerlijk om weer kind te zijn! Daarna maken we een zodiac cruise door Skontorp cove langs de immense gletsjers. Je hoort het ijs constant kraken en af en toe breekt er een stuk af. Wederom een spectaculaire dag!

Dag 8:

Alweer de laatste dag maar zeker niet de minste dag die we hebben in Antarctica. We gaan namelijk zwemmen in het ijskoude water bij Danco Island. Eerst zorgen we voor een goede warming up en lopen door de sneeuw de berg op voor een 360 graden view over het Antarctische landschap. We nemen de short cut op onze kont naar beneden en hebben de grootste lol. Iets minder lol hebben we als we in onze zwemkleding op het bitterkoude strand staan! Het water is maar liefst -2 graden (is zout water en daarom net niet bevroren) en zwemmen is niet echt het goede woord want je kunt maar 3 minuten overleven in dit koude water. We rennen allebei de zee, kopje onder en meteen weer eruit.

Wow wat koud! En zo raar om te voelen dat je spierkracht na 10 seconden in het koude water al erg afneemt. Eenmaal uit het water is het helemaal niet koud meer en we maken daarom een leuke fotosessie met de ijsbergen en de penquins in onze zwemkleding!

We nemen een lekkere warme douche en een warme choco (met een kleine borrel erin) om weer bij te komen van deze ervaring. Na de lunch vaart het schip door het Gerlache kanaal naar de Melchior Island. We hebben tot nu toe nog geen enkele bultrug gezien terwijl dit het walvissen seizoen is. Ook voor de expeditieleiders is het een groot raadsel waarom we ze niet zien. Gelukkig varen we een stuk door het Gerlach kanaal waar we in 1x 10 tientallen walvissen zien. De bultruggen en minky whales komen redelijk dichtbij zodat we ze goed kunnen observeren. Ook zijn hier honderden penguins die door het water springen en we zien zelfs een leopard seal in actie tijdens het vangen van een penguin. In de middag hebben we een zodiac cruise op de planning om walvissen vanuit de zodiac te spotten. We zitten vol verwachting 2 uur in de zodiac rond te toeren en zien geen enkele walvis, jammer! Wel hebben we veel lol in de zodiac want deze wordt bestuurd door een Rus, hij raced met ons over het water en we hebben de grootste lol!

Dag 9 t/m 11

Helaas we moeten weer terug.Er staan twee volle dagen op de Drake Passage gepland. Wederom hebben we erg veel geluk want we hebben weer te maken met een Drake Lake. De golven zijn wel iets hoger dan de heenweg en we moeten ons echt vasthouden als we door het schip lopen maar de golven komen niet hoger dan drie meter. Vincent heeft de eerste avond een beetje last van zeeziekte en slaat daarom ook de helft van het diner over. De volgende voelt hij zich al een stuk beter en komen we allebei de twee dagen op zee prima door. De dagen worden gevuld met allerlei lezingen over zeehonden, vogels, klimaatveranderingen, geologie en history. Verder zijn we druk bezig met uitzoeken en delen van foto's. Voor we het weten zijn we alweer op het beagle kanaal waar we nog een rustig nachtje doorbrengen. De laatste avond krijgen we allemaal een dvd met alle info en reisverslag van de reis. We sluiten onze reis weer af met een glaasje champagne en daarna zakken we nog even met zijn allen door. Om 09.00 moeten we de volgende dag het schip verlaten na 3000 km (1650 nautische mijlen) en kijken we terug op de meest bijzondere ervaring ooit, die we iedereen kunnen aanraden! Bij deze, is dit het allermooiste wat we ooit hebben gedaan!

Beelden op Paaseiland en Stadions in Buenos Aires

Paaseiland ligt zo’n 4000km voor de westkust van Chili in de stille oceaan en is daarmee het meest afgezondere, bewoonde eiland ter wereld. Paaseiland is net zo groot als Texel en wordt ook wel Rapa Nui genoemd, Ruige rots.

Met een flinke jetlag van vijf uur komen we ’s morgens aan op Paaseiland. We hebben geen hostel van te voren geboekt. Dit hadden we beter wel kunnen doen want zonder lonely planet en geen aanbod op het vliegveld, hebben we geen idee waar we naartoe moeten. Duidelijk is dat we in ieder geval in Hanga Roa ,de enige plaats, op Paaseiland moeten zijn. Na een uur lopen, een lift van locals en een wat hulp van het touristen info center vinden we eindelijk (knap chagerijnig) een hostel. We logeren bij Cecilia en haar fam die een extra huis achter in de tuin hebben, prima! Door de jetlag ondernemen we niet zoveel die dag. Wel regelen we een scooter voor de komende twee dagen. Aan verzekeringen doen ze niet op paaseiland, het motto is ‘wat je kapot maakt moet je betalen’. Het aanbod van etenswaar blijkt na een bezoekje aan de supermarkt (bestaande uit vier schappen) erg minimaal. Onze kookkunsten worden op de proef gesteld en het resultaat is niet echt denderend: spagetti met tonijn en tomatensaus. ’S Avonds staat de speelfilm Rapa Nui op de planning die wordt gedraaid in een zaaltje bij een hotel. Een leuke enigszins voorspelbare romantische film die ook wat van de historie van Paaseiland laat zien. Met de jetlag kunnen we wel wat nachtrust gebruiken en daarom gaan we direct naar de film richting bed. Helaas wordt deze ruig verstoord door de lokale honden die de nacht een wedstrijdje blaffen houden, wat een hel.

Met de slaap nog in de ogen stappen we ’s morgens op de scooter om het eiland te verkennen. Paaseiland staat bekend om de Moai’s, gigantische beelden met gezichten. Tot op heden is nog steeds niet exact duidelijk waarom deze Moai’s gemaakt zijn. Nog een leuk weetje is dat Paaseiland door een Nederlander, Jacob Roggeveen, is herondekt in 1722 op, jullie raden het al, paaszondag. Leuk al die historie maar wij zien liever de beelden. Met de scooter rijden we langs de ruige en donkere kustlijn. Her en der staan verschillende omgevallen Moai’s die we vluchtig bekijken. We vinden het veel interessanter de rechtopstaande beelden te bekijken bij Rano Raraku/ Eerst bezoeken we de krater via een pad die officieel alleen met een gids bewandeld mag worden. Wij kunnen natuurlijk geen Spaans en hebben het bord lekker niet gezien. We komen bij een prachtig mooi kratermeer waar allemaal wilde paarden staan te drinken. Rondom het meer staan tientallen beelden en belangrijker; geen andere toeristen! Geweldig! We volgen onze wandeling langs de andere kant van de vulkaan waar nog meer beelden staan en waar je ook goed kunt zien hoe de beelden uit de rosten werden gehakt, mooi!

De volgende bestemming is Tongariki, een plek met vijftien Moai’s op een rijtje bij de zee. Ook hier schieten we weer heel veel foto’s en genieten we van het mooie uitzicht. De rest van onze tocht gaat via het strand van Anakena via de binnenlanden terug naar de stad Hanga Roa waar we het museum bezoeken. Hier krijgen we een boel informatie over de historie en geografie van Paaseiland. ’s Avonds kijken we nog de zonsondergang bij Tahai, waar ook weer een aantal beelden bij zee staan, en dan zijn we moe en voldaan van alle indrukken van de dag!

De volgende dag pakken we onze scooter weer en gaan dit keer richting de vulkaan Rano Kau. Wat we daar zien overtreft onze verwachting totaal! We komen bij een gigantische krater die aan een kant door erosie een soort uitkijkluik geeft naar de zee, wow! We maken een mooie wandeling rondom de krater richting Orongo waar we nog wat historische dingen bekijken en een mooi uitzicht hebben op Motu Iti en Motu Nui. De middag brengen we door op het strand van Anakena en ’s avonds doen we het lekker rustig aan.

Op 25 februari is het alweer tijd om Paaseiland te verlaten. Na de standaard beslommeringen bij het inchecken (geen enkele vliegmaatschappij weet precies hoe een around-the-world-ticket werkt en doordat wij alle data hebben aangepast, staan we nergens correct in het systeem)vliegen we via Santiago naar Buenos Aires. We verblijven de komende 5 nachten in het Holiday Inn Express in het centrum van Buenos Aires.

De eerste echte dag staat in het teken van shoppen en het concert van Coldplay. We hebben kaarten geboekt via het internet en moeten deze nog ergens zien op te halen. Gelukkig blijkt een locatie van de Argentijnse Ticketbox om de hoek te liggen en krijgen we zonder moeite onze kaartjes. Vincent is echter wel erg teleurgesteld bij terugkomst, volgens het internet zou Boca Juniors op de 28steste te zijn en precies tegelijk met het concert van Coldplay. Balen, vloeken, tieren, maar niets aan te doen. Na wat googlen blijkt er een derby plaats te vinden op de 27ste en volgens de concergie moet ook erg spectaculair zijn, maar of er kaarten voor zijn is nog maar de vraag. thuis moeten voetballen, maar dit blijkt de 26. Eerst moet er nog geshopt worden. Na zes maanden reizen zijn de shirtjes (vooral van Elke) niet meer zo goed (Elke noemt het aftans) en kan zelfs een backpakker dit niet meer dragen..Gelukkig komen we al snel bij de Zara terecht! Met vijf nieuw shirtjes en een korte broek loopt Elke moet een grote smile door de stad terug naar het hotel. In het hotel hebben we gratis internet en kunnen we eindelijk contact leggen met het thuisfront. Ook spreken we Joost & Aafke eindelijk weer. Beide zijn erg ongeduldig en hebben een smile van hier tot Tokyo op hun gezicht, blijkbaar willen ze wat vertellen...Ze zijn Zwanger!!..........en wij zijn beide behoorlijk verbijsterd......

Dan is het tijd om naar Coldplay te gaan. Met de lokale bus, 150 verschillende lijndiensten, die 24 uur per dag rijden voor nog geen 25 eurocent per rit, gaan we in de richting van het River Plate stadion. Dit stadion is met ruim 65000 het grootste van de stad en is helemaal uitverkocht voor het concert. We zijn rond 6 uur bij het stadion en worden eerst nog even aangehouden door de lokale krant. Ze maken foto’s van ons en vragen waar we onze kleding hebben gekocht. Dit zal 2 weken later in de zondag editie worden geplaatst en waarschijnlijk met een cijfer voor onze kledingkeuze (Elke ff balen dat ze met de lompe bergschoenen op stap was, hahahaha).

De stadions in Buenos Aires zijn nog allemaal van de oude stempel en staan (zoals het hoort) midden in een woonwijk. Het concert begint pas om 9 uur, wat betekent dat we nog 3 uur moeten wachten. Tegen 8 uur stroomt het stadion vol en wat ons opvalt is dat er meer mensen op het veld worden toegelaten dan in Nederland. Om 9 uur begint het publiek zich te roeren en begint het spektakel.Gelijk blijkt dat een concert in Argentinie iets anders is dan in Nederland. Iedereen begint te springen en naar voren te dringen. We gaan eerst helemaal mee in het geduw, getrek, gespring, maar hierdoor kunnen we minder genieten van het concert. We besluiten dan ook om iets naar achteren te gaan, waar het gelukkig rustiger is. Het concert is super, veel bekende nummers, prachtige show. Ook luisteren naar het Engels van de Argentijnen is erg humoristisch...........Na 2,5 uur is het concert afgelopen en moeten we weer terug naar het centrum, samen met nog eens 60000 anderen. Alle bussen zitten propvol en er zit voor ons niets anders op dan te gaan lopen. Na ruim een uur zijn we het zat en hopen we op een bus. Het is inmiddels al 1 uur ’s nachts en onze benen zijn op. Gelukkig stopt vrijwel direct een bus en zijn we met 15 minuten in ons hotel.

De dag erna staat in het teken van voetbal, tenminste voor Vincent, Elke blijft relaxen in het hotel. Via de concierge weet ik welke bus hij moet nemen en gelukkig zit er iemand met een Independiente shirt in de bus, zodat hij weet waar hij eruit moet. De jongen spreekt geen engels en bij het woord ‘boletas’(tickets) maakt hij een gebaar dat deze moeilijk te krijgen zijn. Na 20 minuten zijn we in de juiste buurt en stappen we uit. De supporter van Independientes maakt een gebaar dat ik mee kan lopen. De hele buurt staat in het teken van de wedstrijd. Independiente speelt die middag tegen Racing Club, de rivaal uit dezelfde buurt, waarvan elkaars stadions nog geen honderd meter uit elkaar liggen. Overal zijn kraampjes met shirtjes, barbeques en drankjes. In de straat worden we aangehouden door een man die tickets heeft. Ik geef aan dat ik graag staanplaatsen wil hebben en voor 15 euro (in plaats van de standaar 8) weet ik een kaart te bemachtigen, alleen waar is nog de vraag. Na wat rondvraag blijkt het ticket voor het vak van de socio’s te zijn, de meest fanatieke aanhang van een club. Dan blijk ik er niet in te kunnen aangezien ik geen socio ben (geen kaart heeft van) en de steward maakt een gebaar dat hij er niet in komt......Ook als ik zeg dat ik uit Nederland kom en geen weet heb van de socio kaart maakt dit geen verschil.....balen.....Een paar andere stewards zien dit en verwijzen mij door naar de hoofdsteward. Gelukkig mag ik nu wel doorlopen.....pfffff......wat een opluchting. Ruim 2,5 uur voor de wedstrijd stroomt het stadion al behoorlijk vol. Net buiten het vak lijkt het wel carnaval. Supporters met trommels maken er werkelijk een feest van. Iedereen is aan het zingen en springen, dit heb ik nog nooit eerder gezien. Het stadion van Independientes is nieuw, nou ja, het is eigenlijk een betonnen barak, die nog maar voor driekwart af is. Een uur voor de wedstrijd zit het vak vol en werkelijk iedereen aan het zingen en springen, het stadion trilt onder mijn voeten. Het vak zit zo vol dat bij bepaalde liederen er een golfbeweging naar voren is waardoor iedereen overelkaar heen gaat. Wat een spektakel. De wedstrijd begint met een schitterende sfeeractie (zie ook het filmpje) en ik zit met kippevel in het vak. In eerste instantie kijken de mensen mij wel een beetje aan. Maar nadat ik aangeef uit Nederland te komen, alleen ben en het prachtig vind, wordt ik meegenomen in het feest. Na 2 uur springen duwen zingen (althans spaans mee bleren) op de grond liggen (vooral na het doelpunt) is de wedstrijd afgelopen. Einduitslag 1-0 voor Independiente, 2 rode kaarten, 6 gele kaarten en een corrupte scheidsrechter, maar een belevenis om nooit meer te vergeten.

’s Avonds gaan we aan de steak, waar Argentinië bekend om staat. De lokalen eten hier pas laat en als we om 11 uur in een restaurant komen, zijn we nog een van de eersten. Het eten is hier erg goedkoop, voor 11 euro heb je een steak van een halve kilo en voor 5 euro een goede fles wijn. Dat is ff genieten en voldaan gaan ’s nachts weer terug naar het hotel.

Zondag staat in het teken van sight seeing. We beginnen op de zondagsmarkt van San Telmo, een sfeervolle gezellige straat vol met kraampjes. Daarna gaan we op zoek naar de opname locatie van Julia’s Tango. Een serie die in Buenos Aires is opgenomen en waar we beide graag naar keken. Naar wat googlen hadden we het adres gevonden (Soler 4579) in de wijk Palermo. Het huis staat nu helemaal leeg, maar lijkt nog sprekend op casa Boquero uit de serie. We lunchen daarna wat in het park en gaan dan moe van alle indrukken en zere benen van de vorige dagen terug naar het hotel.

Maandag, de laatste dag in Buenos Aires, bezoeken we de wijk Boca, bekend vanwege de voetbalclub Boca Juniors. Vincent is helemaal gelukkig bij het zien van het stadion en we boeken een tour. In eerste instantie is Elke nog wel geinteresseerd maar als blijkt dat de tour anderhalf uur duurt en langs de verschillende vakken, kleedkamers, persruimtes, vip lodges gaat, weet Elke weer waarom voetbal afschuwelijk is. Vincent kijkt zijn ogen uit hoe een stadion hier is ingericht om de tegenstander angstig te maken:

-een aparte tunnel voor de tegenstander, waarvan de ingang precies voor het fanatieke vak van Boca ligt

-de kleedkamer van de tegenstander heeft geen airco, geen fan en geen warm water

-warming up vindt plaats in het stadion en de tegenstander heeft een kleine betonnen vloer tot zijn beschikking

De kleedkamer van Boca (volgens de guide erg luxe), maar Vincent vindt een kleedkamer van een gemiddelde amateurclub in Nederland luxer......Na anderhalf uur is Elke het zat en gaan we maar weg. We eten wat bij een lokale tent, hygenisch is het er niet en vooral Elke kijkt haar ogen uit. We lopen nog even naar de toeristische straat (Cominoto), maar dit blijkt niet veel te zijn. Aan het eind van de middag staan nog andere bezienswaardigheden op het programma, maar Vincent voelt zich niet top (griepje) en we besluiten terug te gaan naar het hotel en alvast wat uit te zoeken voor Zuid Amerika en de trip naar Antartica.

In 4 dagen 3 stadions gezien, een concert bezocht, derby gezien, het was gewoon helemaal top! Over een uur vertrekken we naar Antarctica! Wens ons geluk!

Paradijs! Frans Polynesië, Moorea

Midden in de stille oceaan tussen Australie en Zuid Amerika liggen de Frans Polynesische eilanden. Erg populair bij pas getrouwde stellen en jetsetters, wij weten nu waarom!

Vanuit Melbourne kunnen we niet rechtstreeks naar Tahiti, het grootste eiland van Frans Polynesie, vliegen. We moeten eerst een tussenstop maken in Auckland, Nieuw Zeeland. Omdat we in 2007 al in Nieuw Zeeland zijn geweest bezoeken we dit prachtige land niet nog een keer. In Auckland moeten we bijna vijf uur wachten voordat we met Air Tahiti verder kunnen vliegen naar Tahiti. Dit vinden we niet zo erg want we kunnen precies de herhaling van de 5km schaatsen kijken en zien Sven Kramer winnen. Vliegen met Air Tahiti is een heel aparte ervaring kunnen we zeggen. De stewardessen wisselen na het opstijgen van kleding en als ze in hun tropische jurk met bloemen in het haar ons een menukaart uitdelen kijken we elkaar lachend aan! Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt! De vijf uur durende vlucht verloopt verder rustig en om 22:30 op 13 februari komen we aan op Tahiti. We hebben de internationale tijdszone gepasseerd en daarom is het 21 uur eerder in Tahiti dan in Melbourne. Dit betekent voor ons dat we twee keer valentijnsdag kunnen vieren; 1x in Melbourne en 1x in Tahiti. Eenmaal uit het vliegtuig staan twee mannetjes met een bloemenkrans om, gezellige Frans Polynesische liedjes te spelen op hun gitaar. Daarnaast staat een dame bloemen uit te delen aan alle passagiers. Ondanks dat het donker is en we nog weinig van het eiland kunnen zien vinden we het nu al geweldig!!

De eerste nacht verblijven we op Tahiti en we hebben van te voren al accommodatie geregeld. We worden dan ook netjes opgehaald en naar ons guesthouse gebracht. De volgende ochtend gaan we eerst maar eens naar de Champion supermarkt om eten en drinken in te slaan. We hebben namelijk van verschillende mensen gehoord dat het ontzettend duur is op Frans Polynesie en helemaal op Moorea. Het is net alsof we in Frankrijk in de supermarkt lopen, heerlijk!! Dit keer hebben ze ECHT frans stokbrood, franse worst, madeleines etc etc! De prijzen vinden wij honderd procent meevallen! Ze zijn namelijk gelijk aan Australie en ach ja daar zijn we inmiddels wel aan gewend. Met twee tassen vol boodschappen en onze backpacks en rugzakken nemen we dan de ferry naar het naastgelegen eiland Moorea. We weten niet wat we zien als we dichterbij Moorea komen! Dit is een droomeiland! Het water is zo blauw dat het zeer doet aan de ogen. Het eiland is zo groen en met stijle bergtoppen dat we niet zeker weten of het wel echt is.

De bus staat al netjes klaar om ons naar het InterContinental Moorea Spa & Resort te brengen. Ondertussen zijn we al helemaal bezweet door de hoge luchtvochtigheid en de bus heeft geen airco... sterker nog we zijn allang blij dat de bus vooruit komt want bij een kleine helling trekt de bus het al niet meer.. Een uur later en 25 km verder worden we afgezet bij het hotel. We hebben dit hotel wederom geregeld via Elke haar werk en in dit vijf sterren resort betalen we dit keer 25 euro per nacht (normaal gesproken is dit hotel 400 euro per nacht). We moeten hierbij wel eerlijk zeggen dat het hotel het zwembad aan het verbouwen is en daarom een lage bezetting heeft. Wij zijn alleen maar blij want anders hadden we hier nooit kunnen verblijven. Helaas kunnen we nog niet inchecken maar dat maakt ons allemaal niets uit. We krijgen een heerlijke welkoms cocktail, lopen alvast een rondje over het resort en moeten elkaar soms even in de handen knijpen of het wel echt is. Elke maakt even een praatje met de concierge en hij regelt met flinke korting een stel fietsen voor een week en nog eens 20% korting op alle activiteiten die er op het eiland te doen zijn omdat Elke voor de keten werkt(e). Verder geeft hij ons een upgrade naar een overwater bungalow vanaf de tweede nacht (eerste nacht zijn ze allemaal volgeboekt).

Jippie! We kunnen wel een gat in de lucht springen, een overwater bungalow!! Eerst checken we in, in onze ‘normale' kamer die al meer dan luxe is! Dan regelen we meteen even een aantal dingen zoals, vier duiken voor Elke en stinger rays voeren voor ons beiden. Na alle formaliteiten is het tijd om ..... te genieten! We trekken de zwemkleding aan, nemen de snorkelspullen mee en gaan het huisrif maar eens ontdekken. Wow, we zien meteen al een scorpioen vis (zeer giftig), een stingerray en allerlei velgekleurde rif vissen.

Het grote nadeel van het hotel is dat we niet zelf kunnen koken. Hierdoor moeten we verplicht buiten de deur eten en dit brengt natuurlijk extra kosten met zich mee. We komen al snel tot de ontdekking dat we niet goedkoper dan 40 euro met zijn tweeen kunnen eten en dit slaat een aardig gat in ons budget. Voordat we wat gaan eten worden we door het hotel uitgenodigd voor een glaasje champagne en een aantal amuses ter ere van valentijnsdag (wat vervelend). Daarna eten we wat bij Le Tipanniers 10 min lopen van het hotel en sluiten moe en voldaan onze tweede valentijnsdag af.

Omdat het zwembad wordt verbouwd, heeft het hotel een gratis bootshuttle naar een dichtbij liggende ‘motu' ofwel klein zandeilandje geregeld. Bij deze motu schijn je erg goed te kunnen snorkelen en dat willen we natuurlijk uitproberen. We moeten onderweg wederom flink met de ogen knipperen om te beseffen of dit allemaal wel echt is. Er staat vandaag een stevige wind en met snorkelen hebben we dan ook een erg sterke stroming. We hebben ook het idee dat de vissen zich een beetje verstopt hebben want we zien niet zoveel als bij ons eigen huisrif. Ach wat zijn we toch ook aan het zeuren! We luieren lekker in de zon en gaan om half vier weer terug naar het prive strand van InterContinental waar we tot de conclusie komen dat we de enigen zijn! We zijn een beetje bang dat ze ons vergeten zijn en dat we vastzitten op het eiland. Gelukkig komt de boot ons een half uur later netjes ophalen.

Dan is het tijd om te verhuizen naar onze overwater bungalow! Met een golfbuggy worden we naar onze bungalow gebracht en als we de deur opdoen maken we een dansje! Onze bungalow bestaat uit een aparte woon en slaapkamer, een badkamer met apart toilet, aparte douche, bad en dubbele wastafel. Buiten is een ruim balkon over het water met twee stoelen, tafel en twee ligbedden. Alsof dat niet genoeg kunnen we met een trapje rechtstreeks het water in en uit en tja dat zoute water is natuurlijk erg vervelend en daarom hebben we op het balkon een douche zodat we ons eerst even af kunnen spoelen. Met andere woorden we hebben een luxe huis, voor een week!! Met onze mountainbikes fietsen we die avond naar een restaurantje waar we lekker pizza eten en daarna kijken we lekker een film in bed.

De volgende dag staan Elke haar eerste twee duiken op het programma. De eerste duiksite is de Canyons waar volgens de duikinstructeur veel haaien te zien zijn. Eenmaal in het toch wel ruige water en in de sterke stroming vindt Elke het voor de eerste keer eng om te duiken. Er cirkelen meteen een aantal black reef tipped haaien om haar en de instucteur, dood eng! Na de eerste 10 minuten al de helft van haar zuurstof te hebben opgemaakt, wordt Elke eindelijk rustig. De volgende 40 minuten geniet ze dan ook volop van al het groots en moois! Naast de black reef tipped haaien van een meter tot anderhalve meter, zijn er lemonsharks van 3 tot 4 meter, barraccuda's, tonijn en allerlei koraal vissen zoals clown fish en nemo, wat fantastisch!! Vincent is mee om te snorkelen en ziet het moois van bovenaf. Hij wordt na een half uur op de hoge golfen dobberen echter zo misselijk dat hij helemaal groen ziet. De volgende duik bij de Coral wall om 10.00 gaat hij dan ook maar niet meer mee. Elke is gelukkig veel relaxter en heeft door dat de haaien echt niets doen en is helemaal klaar voor een volgende duik. Ook deze is helemaal geweldig en eindelijk na 13 duiken ziet Elke haar eerste schildpad! Natuurlijk zijn ook de bovengenoemde haaien en vissen weer aanwezig en als extraatje komen ze nog een giant moray tegen. De rest van de dag doen we niet veel anders dan snorkelen en luieren! 's Avonds gaan we weer met ons fietsje op pad om een pizza te eten bij Le Coco d'Ille.

Woensdag besluiten we na ons dagelijkse ritueel van baquette halen bij de winkel, snorkelen, zwemmen en boekje lezen maar eens wat actiefs te doen. We moeten geld pinnen en de dichtsbijzijnde pinautomaat zit 20 km verderop. Goede reden om onze mountainbikes te pakken en een ‘stukje' te gaan fietsen. Het idee is ook om meteen ergens in Cooks Bay te gaan eten en daarna terug te gaan. Valt dat fietsen even tegen! De weg gaat alleen maar omhoog en naar beneden en vooral Elke (die al zo'n fan is van fietsen) heeft er halverwege al helemaal genoeg van. Een anderhalf uur later komen we aan bij de pinautomaat en op de terugweg eten we wat bij Restaurant Kaveka. Het is inmiddels al donker als we nog eens 18 km terug moeten fietsen en de mensen in het restaurant verklaren dat we gek zijn. We leggen netjes uit dat we uit Nederland komen en gewend zijn om te fietsen! De eerste km is nog verlicht, helaas voor ons de volgende 17km niet. Dat we toch zijn doorgefietst is (kunnen we achteraf zeggen) het aller gevaarlijkste wat we gedaan hebben tijdens onze reis. We zien geen hand voor ogen en de verlichting op de fiets geeft lang niet voldoende licht. Het erge is dat tegemoed komend verkeer ons ook slecht kan zien. Als we dan ook nog een achtervolgt worden door agressieve straathonden is het helemaal feest! Eenmaal in het hotel aangekomen zijn we dan ook erg blij dat we het gehaald hebben en besluiten we dit nooit meer te doen.

Met spierpijn en een zere kont wordt we de volgende ochtend wakker. Elke gaat haar volgende twee duiken maken waarvan 1 een drift duik bij duiksite Tiki. Een driftduik is een duik waarbij je je door de stroming mee laat voeren en de boot komt je dan op een andere plek oppikken dan waar je gestart bent. De duikinstructeur vertelt dat hij dit persoonlijk de mooiste duikplek vindt van Moorea en dit blijkt! Dit keer wordt Elke omringt door een stuk of 20 black reef tipped haaien en ongeveer hetzelfde aantal grijze haaien (2,5 meter). Daarnaast is het net of je door een aquarium zwemt, goed zicht, megaveel vis in alle soorten en maten. En ja hoor daar is ie weer de schildpad! Deze keer komt hij zo dichtbij dat we hem kunnen voeren en aanraken, wat fantastisch!! De tweede duik wordt Elke voor de eerste keer vergezeld door twee andere beginnende duikers (de andere duiken was er niemand anders dan de duikinstructeur). We gaan dan ook niet naar een al te moeilijke duikplek (Toatoi) en gaan niet dieper dan 16 meter. Maakt allemaal niets uit want dit keer zijn er naast de usual haaien en vissen, twee eagle rays! De duikervaringen op Moorea hebben voor Elke, het niet kunnen duiken op de great barrier reef, weer helemaal goed gemaakt!

We hebben nog niet genoeg van de onderwater wereld en voor de volgende dag hebben we Stinger Ray voeren op de planning staan. Ja het klopt inderdaad dat Steve Irwin is overleden door een steek in zijn hart met de staart van een stinger ray. Zijn deze stinger rays gevaarlijk? Met zegt van niet omdat ze mensen gewend zijn en ‘oh ja, als je er maar niet op gaat staan'. Onze gids heeft sardientjes meegenomen om de stingerrays te voeren. Eenmaal in het water komen de rays letterlijk op ons af! Wow, wat een onbeschrijfelijke ervaring. De rays zijn heel zacht en helemaal niet bang. Wij zijn wel een beetje bang voor hun en zeker als er een stuk of tien om je heen cirkelen en het niet meer kunt overzien is toch wel eng! Om ons heen cirkelen ook nog een stuk of 20 black reef tipped haaien die ook wel een hapje mee willen pikken. Wat ontzettend gaaf is dit! Na het voeren gaan we richting de motu om nog een keer te snorkelen. Dit keer is er geen harde wind en is fantastisch mooi onderwater. We zien mooi koraal, stingerrays, giant moray en superveel vissen!

De overige dagen brengen we door in onze bungalow met lezen, zonnen, snorkelen, luieren en olympische spelen kijken (in het Frans en we zijn nu gewend aan Swen Krameer & Marc Tuteert) We hebben drie dagen niet zo'n mooi weer maar dat vinden we niet erg. Wij hebben in ieder geval een paar dagen kunnen genieten van Moorea met zon! Vincent krijgt ook flink last van zijn maag en daarom ondernemen we eigenlijk niet zoveel meer. Na acht dagen op Moorea is het voor ons tijd om de spullen weer in te pakken en het eiland jammer genoeg weer te verlaten. In Papeete eten we wat bij een zogenaamde Roulette; een busje met een keuken erin en plastic tafels en stoelen daaromheen. We ontmoeten daar een Franse mevrouw die ons aanbiedt om naar het vliegveld te brengen. We zijn wel vier uur te vroeg op het vliegveld maar het maakt ons allemaal niets meer uit. Onze volle week op Moorea is helemaal geslaagd!

The Great Ocean Road

Australie's meest beroemde en mooiste weg staat ook wel bekend als de great ocean road. Deze weg tussen Torquay en Warrnambool is bijna 250 km lang en laat de ruige en ongerepte kust van Zuid Australie zien. Wij plakken er een bezoek aan Adelaide en the Grampians voor en een bezoek aan Melbourne erna aanvast.

De vlucht van Alice Springs naar Adelaide begint zoals een vlucht zoals altijd. Bij de daling merken we dat er veel turbulentie is en dat het een onrustige landing gaat worden. Op het moment dat we een honderd meter boven het centrum van Adelaide hangen gaan we nog steeds erg heen en weer. Als dan ons vliegtuig ook nog eens hele rare geluiden gaat maken krijgt zelfs Vincent (die nooit bang is in een vliegtuig) zweethanden. Elke zit ondertussen al met hardkloppingen te bedenken dat we neergaanstorten. Gelukkig voor ons land het vliegtuig 5 minuten later netjes op Adelaide airport.

We zien al snel dat Adelaide een grote stad zoals alle anderen is, niet zoveel bijzonders. We gebruiken de twee dagen in Adelaide dan ook vooral om bij te komen van ons avontuur in the Outback. Ons hostel vinden we na 1 nacht niet echt geweldig. Alhoewel een upgrade van een dorm naar een prive kamer hebben gekregen is het toch echt ‘shabby'. We vinden al snel een beter hostel en verhuizen daar de tweede dag naartoe.

Op dag drie kunnen we onze auto ophalen die we voor 6 dagen gehuurd hebben. We besloten bij het maken van de reservering, voor maar 7 euro per dag, een upgrade te doen naar een grotere auto. We krijgen een vette Nissan X Trail, heel decadent! De eerste bestemming met onze X Trail is de Grampians een kleine 450 km van Adelaide. De weg leid ons door een nogal dor en saai landschap. Na ruim 5 uur rijden komen we dan eindelijk in the Grampians aan. We zien erg weing andere toeristen en we vragen ons af waarom. Wanneer we inchecken in ons hostel (waar maar twee andere gasten zitten) vertelt de eigenaar dat er een fire alarm is. De droogte is niet erger dan andere jaren maar de overheid is als de dood dat er wederom zoveel bosbranden uitbreken als vorig jaar (er zijn toen 178 mensen overleden, de grootste Australische ramp ooit). De toeristen blijven hierdoor allemaal thuis tot grote teleurstelling van de eigenaar. Wij vinden het niet zo heel erg want de dorm kamer normaal voor 6 personen hebben we lekker voor ons zelf! Buiten is het ondertussen een grote dierenparade. We zien kakatoes, papagaaien, kangoeroes en Vincent ziet zelfs een hert.

De volgende dag lijkt het ons leuk om weer eens een hike te doen. We kiezen the pinnacles walk van 9km. Omdat we 's morgens een beetje laat op gang zijn gekomen, beginnen we te laat aan de wandeling (of zeg maar beklimming). De zon brand om 10.30 al zo hard en de temperatuur loopt snel op naar 35 graden. Het gevolg is dat we puffend en zwetend de berg oplopen. Zoals bij de meeste wandelingen maakt het uitzicht het weer helemaal goed! Na de wandeling rijden we door naar de MacKenzie waterval die we niet zo heel spectaculair vinden. We maken nog een korte stop bij een uitzichtpunt voordat we terugrijden naar het stadje. Vincent heeft weer een golfbaan ontdekt en wil toch nog even gaan golfen. De golfbaan is een stuk minder spectaculair dan de vorige maar toch leuk om even een balletje te slaa. Bovendien zijn er ontzettend veel kangoeroes op de baan en Vincent spot nog twee Emu's.

Op dinsdag rijden we richting de great ocean road. Onze eerste stop is Port Fairy waar we aan een lagoon lunchen. We zien daar een vrouw naar het water staren en wij willen natuurlijk wel even weten waarom. Een zeehond ligt rustig in het water zichzelf te wassen. Al die aandacht vindt hij reuze interessant en we krijgen een complete voorstelling. Als dan halverwege ook nog eens een gigantische stingerray (platvis met lange staart) langs komt is de voorstelling compleet. We maken nog een leuk wandelingetje langs het water voordat we doorrrijden naar Warrnambool, het begin van de great ocean road. Ook hier slapen we weer in een dorm kamer en dit keer hebben we het rijk helaas niet voor ons alleen. We doen die nacht allebei geen oog dicht! Een jongen houdt ons de hele nacht wakker met zijn gesnurk, we hebben een muis of iets dergelijks in de kamer die aan onze crackers zit te knagen en een aantal meiden moet om half zeven opstaan voor een tour en lopen een uur in en uit onze kamer.

Langs de hele great ocean road zijn allerlei uitzicht punten en korte wandelingen. We hebben drie dagen de tijd om de great ocean road te rijden en stoppen daarom bij elk stoppunt. We vinden het helemaal geweldig die ruige kust! De kalksteen kustlijn is door de jaren heen door wind en water in zijn huidige vormen gekomen, prachtig! Halverwege de dag komen we bij een baai terecht waar we kunnen zwemmen, heerlijk! Hierna gaan we naar de beroemde 12 apostelen. Hier zijn we niet de enigen! Bussen vol met Japanners worden afgeladen om een kiekje te maken en vervolgens weer 4 uur terug te rijden naar Melbourne. En ja hoor het duurt niet lang voordat ze ook met Vincent op de foto willen.

We lezen in de lonely planet dat er een mooie camping is bij Cape Otway die ook caravans verhuurd voor een leuk prijsje. Er staat ook dat je op de weg ernaar toe ook goed koala's kunt spotten. Het duurt dan ook niet lang voordat Vincent de eerst spot! Leuk om deze luie dieren in het wild te zien! Op de camping kiezen we voor een fantastische bassie en adriaan caravan met eigen keukentje! We besluiten meteen twee nachten te blijven omdat er genoeg te zien en te beleven is in de omgeving. Het enige nadeel is dat we wel boodschappen moeten doen en de dichtsbijzijnde supermarkt 30 min rijden verderop is.

De volgende ochtend worden we wakker met REGEN! Nee he, niet weer!! Een grote troost voor ons; we hebben in ieder geval ons Bassie en Adriaan huis. We blijven lekker de hele dag binnen aangezien het niet ophoudt met regenen. De dag erna is het gelukkig droog en rijden we naar het Cape Otway lighthouse. Eenmaal aangekomen blijken we 32 euro entree te moeten betalen met twee personen. Dit doen we natuurlijk niet en we rijden rustig door richting Melbourne. We stoppen onderweg nog een paar keer voor een paar mooie uitzicht punten voordat we in Geelong aankomen. Hier bezoeken we het informatiecentrum voor een goede map van Melbourne want met 4 miljoen inwoners is Melbourne een gigantische stad! De weg blijkt gelukkig erg makkelijk en we rijden zonder problemen richting ons hotel. Na het inchecken brengen we onze auto terug naar Thrifty en slenteren wat door de stad. We eten die avond wat bij het naastgelegen hostel voordat we lekker vroeg ons bedje inspringen.

Op zaterdag 13 februari regelen we een late checkout zodat we de opening van de olympische spelen kunnen zien. Daarna laten we onze bagage achter in het hotel want onze vlucht naar Frans Polynesie gaat pas om 06.00 's morgens. Omdat de hele stad volgeboekt is ivm een reeks concerten van ACDC besluiten we geen overnachting te regelen. Met de tram gaan we richting Federation Square waar een gratis internet verbinding is. We vermaken hier ons eigenlijk de hele middag want het vervolg van de olympische spelen wordt hier uitgezonden en er is nog een of ander evenement. Tegen 19.00 nemen we de tram richting St. Kilda (Melbourne aan Zee), waar we een hapje eten. Er is hier verder niet zo heel veel te doen en daarom belanden we rond 22.00 weer op Federation Square. Om 00:00 hebben we er genoeg van en gaan richting het hotel om onze bagage op te halen en om om 01:00 de bus naar het vliegveld te nemen zodat we hier nog een paar uurtjes kunnen slapen. Dit laatste is niet echt een succes en we zijn dan ook blij dat we om zes uur in het vliegtuig zitten naar Auckland zitten en nog even onze ogen dicht kunnen doen...

Back to Basics in the Outback

De dagen in de outback zijn voor ons geweldig geweest! We hebben zoveel gedaan en meegemaakt dat we er een apart reisverslag van willen maken.

Eenmaal aangekomen op het vliegveld van Alice Springs komt de hitte als een warme fohne op ons af. Geen wonder want het is hoog zomer en de temperatuur kan oplopen tot de 50 graden. Gelukkig is het nu slechts 38 graden. Ook krijgen we te maken met de eerste plak vliegen. Op de een of andere manier wordt de Outback overspoeld met vliegen in de zomer. Dit mag de pret niet drukken want is het is eindelijk....droog! We moeten even slikken wanneer we de taxi moeten betalen die ons naar het Crown Plaza brengt. De rekening bedraagt namelijk 32 dollar (staat gelijk aan twee dagen eten). Wat ons opvalt is dat de InterContinental hotels in Australie van een veel mindere kwaliteit zijn dan in Europa en Azie. De aangrezende golfbaan van het Crown Plaza staat in de top 10 woestijn golfbanen ter wereld, de uitgelezen kans natuurlijk voor Vincent om te gaan golfen! We regelen een mooi prijsje en na het heetst van de dag beginnen we met de 9 holes. Elke gaat mee als personal caddy en natuurlijk om nu wel foto's te maken. De golfbaan is onvoorstelbaar mooi! Het is sowieso bijzonder dat ze een golfbaan zo groen kunnen houden in een zo ruige en droge omgeving. Dit keer geen kangoeroe's op de baan. Volgens de beheerder zijn ze er normaal wel maar omdat het de afgelopen week meer dan gemiddeld heeft geregend, kunnen de kangoeroe's in hun natuurlijke omgeving grazen. In de outback valt gemiddeld tussen de 250 en 350 mm regen per jaar, ongeveer wat in Cairns in één dag viel. Ook in de outback heeft cycloon Olga voor regen gezorgd en meer dan het gemiddelde van 1 jaar is er de afgelopen week gevallen, heel uitzonderlijk.

Wanneer het donker invalt leveren we de gehuurde golfspullen in en lopen we naar het centrum van Alice Springs om wat te eten. Het centrum is verder dan we dachten namelijk een half uur lopen. Het valt ons op hoeveel Aboriginals er dronken op straat lopen en in groepjes bij elkaar hangen. Er hangt een heel agressieve sfeer op straat en we voelen ons niet echt veilig. We houden het bezoekje maar kort, doen wat boodschappen en gaan snel terug naar het hotel.

De wekker gaat de volgende ochtend voor ons gevoel midden in de nacht! Het is zes uur als we opgehaald worden voor onze tour door de outback. Onze gids is Jason (of Jase), een aussie van 29 die (later blijkt) ontzettend veel weet over de Aboriginal Cultuur & The outback. De rest van het gezelschap is zeer gemeleerd. Zo zijn er twee oudere (50+) stellen, een Nederlandse oudere man Eugien, een Duitse oudere vrouw en 12 jongeren tussen de 19 en 22. Wij vallen er precies tussen maar dat mag de pret niet drukken! We schrikken een beetje wanneer Jase vertelt hoelang we moeten rijden naar de eerste bezienswaardigheid, Kings Canyon, dit is namelijk 350km! We rijden door inmense vlaktes die zo verlaten zijn dat je er bijna geen voorstelling van kunt maken. Iedere 75 km komen we een huis tegen dat ook het benzinestation en de lokale winkel is. Jase maakt gelukkig gebruik van deze stops zodat we even onze benen kunnen strekken. Bij de eerste stop worden we belaagd door honderden plakvliegen, verschikkelijk. Behalve dat ze irritant om je heen zwermen, gaan deze vliegen ook in je neus, oren en mond zitten. We waren al van te voren gewaarschuwd en hadden daarom een vliegennet meegenomen. Dit net kun je over je hoofd doen zodat in ieder geval je gezicht beschermd is. Onderweg vertelt Jase ons vanalles over de outback. Hij vertelt dat het gebied waar we doorheen rijden in eigendom is van een van de grootste boerenbedrijven in Australie. Deze boer heeft namelijk 4000 vierkante km land. Ivm de weinige vegetatie leeft er echter maar 1 koe per vierkante km.

Om 11.30 komen we dan eindelijk aan bij Kings Canyon, een uit het niets opkomend gebergte. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot 38 graden. We vinden het een beetje vreemd om op het heetst van de dag een pittige wandeling te gaan doen van 3 ½ uur. Jase verplicht ons allemaal minimaal drie liter water mee te nemen tegen uitdroging. Het eerste gedeelte van de wandeling is zwaar, in de bloedhitte lopen we het eerste half uur alleen maar omhoog. Eenmaal bovengekomen is het uitzicht fantastisch! We kunnen enorm ver kijken over de outback en krijgen nu pas een klein beetje het idee hoe gigantisch groot de outback is! Ter vergelijking: Australie is net zo groot als heel Europa. 20% van Australie is maar geschikt voor landbouw, bebossing etc. Dit betekent dat 80% van Australie bestaat uit een woestijnachtige omgeving. Het pad vervolgd zich over de Kings Canyon en onderweg stoppen we regelmatig voor een uitleg van Jase over de vegetatie & geologische feiten. Verder krijgen we te horen hoe de Aboriginals in dit gebied leefden en hoe zij aan voedsel kwamen. Halverwege de hike staat ons een leuke verrassing te wachten. In de zo droge omgeving, ligt in de canyon een klein meertje waar we kunnen zwemmen. Heerlijk om even af te koelen. Jase vertelt ons dat er in de outback maar een paar permanente waterbronnen zijn, waarvan dit er een is. Het grappige is dat onder de outback een gigantisch groot zoetwatermeer ligt. Als dit er niet zou zijn dan zou de outback veranderen in de sahara en zou dus alle weinige vegetatie verdwijnen.

We zijn erg onder de indruk van dit mooie stukje Australie! Na 3 ½ uur zijn we oververhit en blij dat we terug zijn in de aircobus. We moeten wederom 350 km rijden om richting Uluru - Kata Tjuta NP te rijden. Om 19.00 komen we dan eindelijk aan bij onze slaapplek; een plek in in de middle of nothing zonder enige faciliteiten, geweldig! We maken een kampvuur van ons zelf gesprokkelde hout en leggen onze swags (een slaapzak en matje in een) eromheen en maken onderleiding van Jase (die eigenlijk kok is) een heerlijke chili con carne. Die avond slapen we onder een prachtige sterrenhemel in de buitenlucht.

Na een korte nachtrust staan we om zes uur weer parraat om verder te gaan. Bij zonsondergang verdwijnen alle vliegen en bij zonsopgang komen ze weer tevoorschijn. Rustig ontbijten zit er dan ook niet in want het is niet makkelijk een hap brood te eten zonder een gratis vlieg. De volgende bestemming is Kata Tjuta, aboriginal voor ‘many heads'. Hier doen we een wandeltocht van 2 uur en gelukkig is het nog niet zo heet. Jase vertelt ons hier nog wat meer weetjes over de aboriginals. Aboriginals zijn de oudste mensen op de wereld. Er wordt geschat dat ze al 40.000 jaar in Australie leefden en voor de inval van de Europeanen waren er ongeveer 1 to 1,5 miljoen Aboriginals. In totaal waren er 350 kleine groepen over Australie met eigen stukken land. Iedere groep had zijn eigen taal en eigen ‘folklore'. De reden dat Aboriginals nooit zijn gevolueerd is dat de natuur hun alles kon geven wat ze nodig hadden. Wij moeten ook eerlijk zeggen dat Aboriginals erg veel op de Homo Sapiens lijken! Met de komst van de Europeanen in 1770 zjjn er ongeveer 1 miljoen Aboriginals vermoord. Sinds 1950 leven er geen Aboriginals meer op de oorspronkelijke manier. We vinden het helemaal geweldig om zoveel te leren over Australie en Kata Tjuta is onbeschrijvelijk mooi!

In de middag hebben we tijd om een paar uurtjes om te relaxen. We verblijven die avond wel op een camping in Yulara, het toeristische centrum van de outback. Hier is een klein zwembad waar we lekker de hele middag (letterlijk) in blijven. Aan het eind van de middag gaan we richting het cultural centrum. Dit cultureel centrum samen met het Uluru - Kata Tjuta NP wordt door Aboriginals beheerd en onderhouden. Hier krijgen we wederom veel te weten over de aboriginals en hun leefwijzen. We vragen aan Jase hoe hij dit allemaal weet. Hij vertelt dat hij is opgegroeid met aboriginals en ‘les' heeft gehad van de ‘oude wijzen'. We zijn bevoorrecht met een super goede gids! Bewust buiten het cultureel centrum legt Jase ons uit waarom er tegenwoordig zoveel problemen zijn met de Aboriginals. Aboriginals zijn 10 duizenden jaren gewend geweest om in en met de natuur te leven. Tot 200 jaar geleden zijn ze in 1x uit hun natuurlijke omgeving gerukt en vervolgens tot 1967 niet erkent als mensen. Zelfs sinds dat moment kunnen de aboriginals niet wennen aan leven in huizen en doordat ze nooit geen opleiding hebben gehad kunnen ze niet aan een baan komen. Al deze problemen zorgen ervoor dat veel Aboriginals aan de drank en/of drugs verslaafs zijn geraakt. Op de vraag wat de regering er aan doet om dit te verbeteren krijgen we geen duidelijk antwoord.

Na het cultuurcentrum gaan we richting Ayers Rock ofwel Uluru. Deze rotsformatie is ontstaan in de tijd dat Zuid Amerika, Azie, Afrika en Australie nog 1 continent waren. De druk die de Zuid Amerikaanse en Afrikaanse platen op Australie hebben uitgeoefend, hebben er voor gezorgd dat in het midden van Australie de druk zo hoog is geworden dat er een gigiantisch stuk ‘rots' omhoog is gekomen. Er wordt geschat dat Uluru nog tot 6 km in de grond doorloopt. We lopen de mala wandeling met uitleg van Jase over de folkorische verhalen van de aboriginals over de rock. Wij nuchteren kunnen onze aandacht er maar moeilijk bijhouden. Daarom genieten we extra van het moois om ons heen. Inmiddels gaat de zon bijna onder en kunnen we niet wachten om de zonsondergang te zien van Uluru. Jase rijdt ons naar het volgens hem toeristen circus en we zien al snel wat hij bedoeld. Er staan werkelijkwaar honderen mensen te wachten op de zonsondergang. We vragen ons af waar al deze mensen vandaan komen want de afgelopen dagen hebben we bijna geen andere mensen gezien. Dan komt de teleurstelling want wanneer de zonsondergang op zijn mooist moet zijn, komen de wolken!! Onder het genot van een aantal biertjes dineren we bij Uluru. Het wordt erg gezellig en als we in de bus terug zitten naar de camping, lijkt het wel een partybus! We spelen nog wat (drank) spelletjes voordat we om tien uur allemaal in onze swag kruipen.

Omdat we de zonsopgang willen zien staan we dit keer om 5 uur op. We ontbijten bij Uluru en zien een mooie zonsopgang. Jase dropt ons daarna af bij de Uluru Base Walk. Hij geeft ons de optie om Uluru te beklimmen maar vraagt ons om het niet te doen. Uluru is voor de Aboriginals namelijk een heilige berg. Hij legt uit dat als we een Tibetaanse tempel bezoeken ook geen foto's maken en onze schoenen uittrekken. Waarom zouden we dit dan niet respecteren? We vinden dat hij helemaal gelijk heeft en niemand in onze bus heeft de behoefte Uluru wel te beklimmen. We zijn wel erg verbaasd als we later zien dat er hordes met mensen (vooral Japanners) Uluru wel beklimmen. Waarschijnlijk zijn zij niet zo goed geinformeerd (alhoewel er borden bij het begin staan waarop gevraagd wordt Uluru niet te beklimmen). Als we Jase vragen waarom de klim niet gewoon gesloten wordt antwoord hij dat dit waarschijnlijk ook gaat gebeuren. Hij vertelt dat er groepen met Japanners komen om alleen Uluru te beklimmen en men is bang dat deze dan niet meer komen.

We lopen een nogal saaie 10km rondom Uluru en zijn moe maar voldaan als we in de bus op de terugweg zitten. We hoeven ‘maar' 400km terug te rijden naar Alice Springs. Gelukkig heeft Jase een aantal spelletjes bedacht voor de afleiding. Onderweg stoppen we nog om te lunchen en bij een kamelen farm waar we de optie hebben om op een kameel te rijden (wat we niet doen). Jase vindt het jammer dat we geen reptielen onderweg hebben gezien en daarom rijdt hij langs zijn huis om zijn huisdier te laten zien. Hij tovert een kleine python tevoorschijn die we allemaal even vast mogen houden!

Na drie geweldige dagen zijn we eindelijk weer terug in de beschaafde wereld. 's Avonds we nog met de groep afgesproken om samen wat te eten en kletsen we wat na. Dit keer gaan we op advies van Jase (omdat het toch niet veilig is op straat in de avond) met de geleende mountainbikes van het hotel naar de stad. Ondertussen blijken Carl & Suzie ook in de stad te zijn en we spreken met hun de volgende ochten af in het Crown Plaza. We relaxen wat bij het zwembad en kletsen nog even bij voordat ze ons met de auto naar het vliegveld brengen voor onze vlucht naar Adelaide. We vinden het onzettend jammer dat we de outback moeten verlaten. De vliegen zullen we daarentegen absoluut niet missen.

Regen, regen en nog eens regen!!!

Een jaar geleden besloten we naar Australie te gaan. Al snel was duidelijk dat we niet in het goede seizoen de Oostkust zouden bezoeken. Optimisten dat we zijn, het zal het allemaal wel mee vallen. Regen? In de tropen valt een bui en daarna schijnt de zon weer, toch?

De laatste plek om nog te surfen voor Vincent is Town 1770. De naam zegt het al; in 1770 is deze plaats door Captain Cook ontdekt. Na town 1770 begint de Great Barrier reef en worden de golfen gebroken door het Reef. We rijden van Hervey Bay naar Town 1770 en vinden al gauw een natuur camping. Daar komen we aan de praat met een stel aussies (2 dames van in de vijftig) die al aardig dronken zijn en ook uitgebreid vertellen dat ze van drugs houden. We moeten erg om ze lachen want ze zijn super aardig en vertellen ons van alles over hun leven. 's Avonds zoeken we Carl & Suzy op die we hebben leren kennen op Fraser Island. Ze hebben wel aan ons doorgegeven dat ze in town 1770 zitten maar welk hostel het nou ook alweer was? De derde is raak en ook ‘Chili' (we kunnen allemaal zijn naam niet onthouden, hij komt uit Chili en daarom noemen we hem zo) is in dit hostel. Carl heeft ook wel interesse in surfen en de volgende dag nemen hij en Vincent samen surfles terwijl de dames heerlijk op het strand liggen. Vincent heeft de basisbeginselen al gehad en gaat meteen het water in om te oefenen Het eerste uur lukt voor geen meter maar na een tijdje heeft Vincent door hoe het moet. Hij staat keer op keer rechtop op zijn bord en pakt de juiste golfen, een echte surfdude! We gaan nog even terug naar onze camping voordat we samen met Carl & Suzy eten. Daar zijn de aussies alweer aardig onder de invloed en we drinken samen nog een biertje met ze. We krijgen ook van hun te horen dat er een cycloon waarschuwing voor de noord oost kust is uitgegaan....

De volgende bestemming is Yeppoon, waar de ferry naar de great keppel islands vertrekt. Een eiland met mooie witte stranden en goede mogelijkheden tot snorkelen. Voordat we daar naar toe gaan, wil Vincent na lange tijd weer eens gaan golfen. Elke dropt hem af bij de golfbaan en komt hem wanneer het donker is weer ophalen. Daar staat Vincent te vloeken en te tieren! Hij is zijn camera vergeten en bij het golfen werd hij vergezeld door een aantal kangoeroe's. Helemaal geweldig natuurlijk, zeker als je probeert af te slaan en een kangoeroe je met veel interesse aan staat te kijken en vervolgens de bal kats mis slaat. Helaas heeft hij dit niet vast kunnen leggen.

De Great Keppel Islands zijn tot onze verbazing totaal niet toeristisch en we hebben een aantal witte stranden totaal voor ons zelf. Vanaf town 1770 naar boven komen een aantal dodelijk kwallen voor. Er zijn twee soorten waar je verschikkelijke pijn van krijgt en die behandeld moeten worden. Een andere is zo giftig dat, als je binnen 3 minuten geen tegengif krijgt, je ten dode opgeschreven bent. Om de kans te verkleinen dat je gebeten wordt is een stingersuit verplicht. Dit pak bedekt bijna je hele lichaam behalve hoofd, nek, handen en voeten. Bij navraag vinden de lokalen het totaal niet nodig om een stingersuit te dragen bij de great keppel islands. De paar snorkelaars die we toch tegenkomen hebben toch een stingersuit aan. Hierdoor worden we toch een beetje bang en durven we allebei niet ver de zee in. Het resultaat is dat we daarom allebei het mooie snorkelen missen. Toch hebben we een geweldige dag op de great keppel islands.

Voor de 23ste hebben we een zeiltocht naar de Whitsunday eilanden geboekt. Als we de dag ervoren bellen om onze tocht te bevestigen blijkt dat we al om 10am bij het boekingskantoor moeten zijn om in te checken. We moeten na de Great Keppel meteen de auto in om verder te rijden na Airlie beach. We rijden tot 22.00 's avonds en parkeren onze camper op een rest area naast de weg en slapen daar. Yeah! We zijn voor de eerste keer aan het wild kamperen, hardstikke verboden! De volgende ochtend rijden we om 07.00 door naar Airlie waar we ruim optijd bij het boekingskantoor zijn. Na 5 minuten staan we weer buiten en we hoeven pas om 15.45 in de haven te zijn. Wat balen zeg, we hadden net zo goed om 13.00 daar kunnen zijn. De rest van de dag slenteren we wat door Airlie en gaan voor de zoveelste keer naar de Mac Donalds voor gratis internet (en natuurlijk voor het softijsje van 50 cent). Ook komen we Suzy, Carl en Chili weer tegen. Het weer wordt er ondertussen niet beter op en naast veel regen begint het ook te waaien.

Dan kunnen we eindelijk op de boot. Hier zien we de twee Duitse meiden weer die we ook op Fraser hebben ontmoet. Naast wat Engelsen, Fransen en Ieren zitten er drie nederlandse jongens Teun, Bram en Maarten bij ons op de boot. De briefing van de crew maakt duidelijk dat het geen standaard zeiltocht gaat worden. De crew is helemaal uitgelaten want zij gaan sinds lange tijd echt zeilen. Er wordt gevraagd wie er last heeft van zeeziekte. Wij twijfelen allebei ja te zeggen na ons Thailand avontuur maar houden toch ons mond. Eenmaal aan het varen, worden de zeilen gehezen en kanteld de boot 45 graden met een wind van 35 knopen. Wauw, echt spectaculair...niet voor mietjes! Bij de eilanden aangekomen zien we geen witte stranden en blauw water zoals normaal. Nee voor ons is hier een ruwe zee, grijze lucht en stranden met puin uit zee. We overnachten in een soort inham zodat we kunnen schuilen voor de wind. We hebben een gezellig avond met zijn allen voordat we in het onderdek kruipen in ons bedje. Ook hier is het weer veel te heet en na een half uur zitten de eerste mensen al op dek om af te koelen. Normaal gesproken kun je ook op het dek slapen maar ivm de regen en wind kan het bij ons niet.

's Morgens wordt ons medegedeeld dat de orginele planning niet door kan gaan. De wind is aan de andere kant van de eilanden zo hard dat het gevaarlijk zou zijn hier heen te gaan. De crew neemt ons daarentegen wel mee naar een mooie snorkel/duik plek aan de goede kant. Het zicht onder water is niet heel spectaculair, al valt het ons gezien het weer erg mee. Elke maakt een duik tot 12 meter en is niet erg onder de indruk. Er is enorm veel mooi koraal maar aangezien de zon niet schijnt is het een grote doffe vlakte. Na de duik zien we nog meer met snorkelen omdat de zon zich even laten zien. Vincent ontmoet Elvis een gigantstische vis die zich meer als een huisdier gedraagd dan als een vis. Elvis houdt er namelijk van geknuffeld en geaaid te worden. Omdat we geen alternatief hebben, varen we weer terug naar dezelfde inham als de vorige avond. De crew weet nog een leuke wandeling om de benen even te strekken. De wandeling is werkelijk waar verschikkelijk. Er zijn enorm veel steekvliegen die echt agressief zijn. Iedereen wil dan ook binnen vijf minuten weer terug de boot op. We proberen er maar weer een gezellige avond van te maken alhoewel iedereen een beetje teleurgesteld is in het weer.

Na wederom een warme regenachtige nacht bezoeken we nog een snorkelplek die veel mindermooi is dan de vorige. Iedereen houdt het al gauw voorgezien aangezien we het zoute water echt zat zijn. Het duurt nog twee en een half uur voordat we terug in de haven zijn. Daar maken we nog een groepsfoto en spreken we met zijn allen af ‘s avonds pizza te eten in de kroeg.

Nadat iedereen een lekkere douche heeft genomen en schone kleren heeft aangetrokken is de sfeer in 1x een stuk positiever. Het pizza eten is zo gezellig dat we bijna niet wegkomen. Helaas hebben wij die avond als bestemming Bowen waar we een gratis camping weten. Eenmaal in de camper begint het zo hard te regenen dat het net lijkt of iemand een gigantische emmer water over ons neergooid, levensgevaarlijk om te rijden! We kunnen de gratis camping niet vinden en parkeren onze auto in de haven van Bowen waar we lekker kunnen slapen met het zeebriesje. Inmiddels hebben we onze dure geimpregneerde klamboe al aan de achterkant van de auto hangen. We doen de achterklep open en hangen hem daarover heen. Dat we daarmee onze klamboe verprutsen maakt ons helemaal niet uit, het is ieder geval koel!

We zijn naar Bowen gereden om te snorkelen, helaas voor ons komt de wind de volgende ochtend van de verkeerde kant en zit het snorkelen er niet in. We rijden daarom maar door naar Townsville. Het is vandaag Australia Day, net zoiets als koninginnedag en we hopen deze dag ergens met de Aussies te kunnen vieren. De aussies vieren Australia day met een potje cricket en een barbeque... Wil het het nou gebeuren dat het wederom keihard regent, lang leve het cycloon seizoen! Voor zowel de Aussies als ons is het geen leuke Australia day. Als we weer op de parkeerplaats staan bij de MacDonalds voor internet (wat moet je anders met dit weer) komt in 1x de camper van Teun, Maarten en Bram naast ons staan! Wat een toeval! We kletsen gezellig bij voordat wij doorrijden naar Saunders Beach. We vinden hier een gratis camping aan zee, helemaal geweldig! Waarempel houdt het een paar uur op met regenen en genieten we van een lekker zelfgemaakt dineetje voor twee aan zee.

De hele nacht heeft het weer superveel geregend, hierdoor twijfelen we of we wel naar Cape Tribulation moeten gaan. We checken bij het infocenter van Innsfall of de wegen wel begaanbaar zijn en gelukkig dit is zo. We maken een rondje Atherton, Mount Wolly (Ja Raymond er is zelfs een berg naar jou genoemd....), Cape Tribulation, Port Douglas en Cairns. Onderweg zien we spectaculaire watervallen (die willen wel stromen met alle regen), regenwoud, Fig trees (gigantische bomen), enorme vlaktes met grazende koeien en de eerste echte outback stadjes. Lees; verlaten stadjes met hier en daar een ‘cowboy'op een bankje, pickup trucks etc. De tweede dag van onze tour bezoeken we eerst de Mossman gorge, bekend om de oudste regenwouden ter wereld. Hier maken we een korte wandeling en genieten want het mooie bos om ons heen. Vervolgens rijden we door naar Cape Tribulation ‘where the forest meets the see'. Als we met de ferry gaan zien we hoe gigantisch hoog de rivier staat na al die regen. We hopen dat het de rest van de dag niet meer gaat regenen zodat we nog terugkomen. Via een slingerweg dwars door het oerwoud (sommige stukken overstroomt) komen we bij Cape Tribulation terecht. Belangrijk! Het is droog en de zon laat zich even zien! Vooral Elke vindt de oerbossen die doorlopen tot de zee geweldig! Vincent is daarentegen erg aan het puffen ivm de hoge luchtvochtigheid. Daarnaast wordt vooral hij geteisterd door honderden muggen. Het orginele plan om te kamperen op Cape Ttibulation wijzigen we dan ook maar! We doen nog een korte hike door de mangrove bossen voordat we de Ferry terugnemen. We verblijven die nacht in Palm Cove dichtbij Cairns, wederom aan het strand.

Op 29 januari is het tijd om onze camper terug te brengen. We besteden de ochtend aan het inpakken van onze spullen en opruimen van de camper. Na 25 dagen in onze Juicy vinden we dat we wel wat luxe kunnen gebruiken. We boeken daarom het Holiday Inn Cairns waar we drie nachten verblijven. Deze dagen doen we het lekker rustig aan! Helaas wordt het weer er niet beter op tot grote teleurstelling van Elke. Ivm het weer gaan de boten niet naar het Great Barrier Reef en kan Elke daarom niet duiken, heel erg balen. Gelukkig zijn de dagen in Cairns wel erg gezellig! We eten twee avonden met Teun, Maarten en Bram, waarvan 1 avond eindigd met drankspelletjes. Elke was behoorlijk aangeschoten aangezien de kaarten haar niet echt geluk brachten. De laatste avond spreken we nog wat af met Suzy & Carl die ons ook naar het vliegveld brengen. Op 2 februari zeggen we de Oost kust met al zijn regen gedag en maken we ons op voor een avontuur in de Outback!!

Van afzien tot extreme luxe, toeren door Australië....

Na het spectaculaire vuurwerk en de mooie hike door de Blue Moutains, is het tijd om onze camper op te halen. Bijna krijgen we de camper niet mee, want door onze creditcard betaling in Koh Lanta en het trage ABN Amro kantoor staat er niet voldoende credit op onze creditcard. Gelukkig hebben we 3 bankpassen bij ons en kunnen we na veel gezweet en gevloek nog net genoeg geld pinnen voor de eerste 21 dagen camperhuur. De andere 4 dagen kunnen we later bijgeboeken. De camper rijd prima, heeft een mooie indeling, is van alle gemakken voorzien en ziet er erg cool uit (absoluut niet cool in de zin van koel).

's Avonds zijn er super veel muggen, is het nog steeds 25 graden en moet dus alles dicht. Eenmaal in bed begint het na vijf minuten: 'Heb jij het ook zo warm?.'Ssst, niet zo zeuren ik probeer te slapen'....'Slapen???, het zweet loopt me over de rug!!'. Nou dan het dakraam maar open, eidelijk koel....30 minuten later....'Ik hoor een mug!'. Zo lopen we de eerste nacht behoorlijk wat te vloeken. De 2e nacht moet het anders en daarom gaan we naar de plaatselijke GAMMA om een muskietennet te kopen. Helaas hebben ze deze niet en kopen we een een meter vliegennet en 6 meter dubbelzijdig plakband. Deze willen we aan de binnenkant van het dakraam in onze camper plakken. Helaas na ook nog eens een heel rolletje leukoplast pleurt het ding steeds naar beneden, resultaat wederom een slechte nacht slaap. Dan komen we tot de geniale oplossing het muskietennet op het dakraam te leggen met Elke haar teva's. Dit blijkt te werken....

Dan nu verder met de reis....Nadat we onze camper opgehaald hebben rijden we de eerste dag naar Hunter Valley, een zeer bekende wijnstreek ongeveer 140km van Sydney. Het rijden aan de linkerkant in een grote stad als Sydney gaat Vincent goed af, zonder problemen passeren we de Harbour Bridge en wordt het steeds rustiger op de weg. In Australië mag je niet wild camperen en daarom zoeken we onze eerste campiing. Er zijn 2 soorten campings, normale campings en natuurcampings die van de overheid zijn (goedkoper en basisvoorzieningen en onze 1e keus). De volgende dag staat in het teken van wijnproeven, althans voor Elke, want iemand moet nuchter blijven. Door heel Hunter Valley staan zo'n honderd verschillende wijnhuizen, waarbij sommige ook rondleidingen geven. We kiezen er een uit en krijgen een slechte rondleiding was.. Nadat we een aantal wijnen geprobeerd hebben rijden we door naar Lindemans. De wijn van Lindemans drinken we normaal ook in Nederland, dus dit mogen we niet missen. Wijn in Australië is een stuk duurder dan in Nederland (ook de Lindemans) .Bij navraag blijkt dat elk gerenomeerd wijnmerk een wijnhuis heeft in Hunter Valley om een aantal exclusieve wijnen te maken en dat het bulkwerk in het zuiden van Australië wordt geproduceerd. We nemen nog wel een flesje ‘early harvest' rose (vroege oogst) af en toosten 's avonds op onze 2 camperdag..Deze nacht brengen we door op een natuurcamping en na een uur komen er twee kangeoroe's langs onze campingtafel gehuppeld, wat een fantastisch gezicht.

Een kleine 300 km verder ligt onze volgende bestemming Byron Bay, een van de betere plaatsen in Australië om te surfen. Vincent boekt hier een driedaagse cursus en hoopt hierna te kunnen staan op een surfboard. Ook boeken we in Byron een aantal must sees van de oostkust, namelijk Fraser Island, Whitsundays en Alice Springs (Ayes Rock), dit laatste is in de outback (centraal Australië). We verblijven de eerste 2 nachten op een camping waar het door het zeebriesje en onze ‘technische' oplossingen goed uit te houden is. Het surfen gaar Vincent redelijk af. Na de eerste dag is het hem gelukt om te staan en een meter of 10 op het board naar de kust te surfen. Het is echter behoorlijk pittig, golfen van ruim 2 meter, een plank van 4 meter en elke keer maar weer opstaan, vallen, door de golfen....en dit terwijl Elke als een Paris Hilton met een boekje op het strand ligt genieten......Dag 2 van de cursus staat in het teken van bochtjes maken en sneller opstaan, dit is echt niet te doen en Vincent ligt meer met zijn kop in het zand dan dat hij op het bord staat, maar het blijft geweldig met een board in de zee.

's Avonds eten we een hapje bij een lokaal restaurant. Bij onze laatste hap pizza komen er twee stellen naast ons zitten,waar we gelijk mee aan de praat komen. Vlak voordat we weggaan vraagt de vrouw waar we verblijven. Op de camping is onze reactie. Voordat we het weten worden we uitgenodigd om bij hun te komen logeren. Natuurlijk slaan we dit aanbod niet af en na het uitwisselen van telefoonnummers rijden we de volgende dag naar hun huis. Na de golfbaan de tweede oprijlaan rechts....Oprijlaan, hmm, wat zal dat zijn..... We komen volgens ons bij de 2e oprijlaan aan, draaien de auto naar binnen en stappen uit. Het lijkt wel of we op een resort zijn aangekomen. Een gigantisch huis, super groot zwembad en een tuin waarin je een wandeling kunt doen. Nee dit is niet goed, nog maar een keer bellen, maar jawel daar komt de dame die ons heeft uitgenodigd aan. Wij beginnen inmiddels al van binnen te lachen en geven elkaar stiekum een high five. Als ook nog eens blijkt dat we niet in de camper hoeven te slapen maar in hun gastenverblijf springen we een gat in de lucht.

We worden door Tom en Cathy uitgenodigd voor het eten. Eerst doen we een drankje bij het Railway Cafe die in hun eigendom is. Voordat we gaan eten willen we niet met lege handen aankomen en koopt Elke een flesje rode wijn van 15 dollar voor bij het eten (deze valt totaal in het niet blijkt later). Samen met de klompjes die we uit Nederland hebben meegenomen, geven we deze aan Tom en Cathy die al druk aan het koken zijn. Wat we daarna gegeten en gedronken hebben was meer dan super de luxe!! Van exclusieve kaas, tot kreeft (stukjes konijn (om te proberen) en de meest dure meest heerlijke wijnen! We krijgen ook nog de aanbieding een nachtje langer te blijven en dit slaan we natuurlijk niet af! De volgende dag is een herhaling van de luxe en we genieten er met volle teugen van. Na twee dagen weten we ook hoe Tom en Cathy aan zoveel geld komen. Ze hebben namelijk 6 hotels, een slijterij, meerdere huizen en Tom is medeeigenaar in een bierbrouwerij. Maakt ons allemaal niet uit! Wij hebben genoten van hun gastvrijheid! Gelukkig kon Vincent nog iets terug doen door Skype te installeren waardoor Tom & Cathy nu veel vaker hun kleinzoon in Melbourne kunnen zien. Dit is voor hun meer waard dan die flessen wijn die wij hebben opgedronken, hahaha...

Op 11 januari nemen we afscheid van de luxe en gaan we met onze camper richting Nimbin. Dit hippie stadje is ooit het toneel geweest van een woodstock festival. Na dit festival is een groot deel van de bezoekers blijven hangen en woont daar nu nog. Als we aankomen in Nimbin weten we niet wat we zien. Het lijkt net of de tijd is stil blijven staan, de winkels hebben allemaal hippieteksten zoals Peace & Love, er liggen petities die je kunt tekenen tegen de vervuiling van vliegtuigen en je kunt overal drugs kopen.. De hippies zijn nu een jaar of 60 maar leven nog zoals ze 20 waren. Als twee bejaarden elkaar groeten met het peace teken, schieten we spontaan in de lach. Wat bizar is het hier! We rijden snel door want we hebben voor vandaag de bestemming Mt Warning. We willen deze hoogste te beklimmen berg in het oosten van Australië. Bij Mt Warning aangekomen besluiten we gezien de warmte en de duur van de beklimming (ruim 5 uur) deze uit te stellen voor de volgende dag en de rest van de dag door te brengen aan het zwembad van een camping dichtbij. De volgende dag komen we niet onder de beklimming uit. De track is echt super, elk moment kunnen we(dat denken we) een slang tegenkomen. We lopen dwars door een soort van regenwoud waarbij we wel koala's horen maar niet zien. Het laatste deel van de track is een ware beproeving. Met behulp van een ketting moeten op steile rotsen naar boven klimmen. De top halen is één maar weer naar beneden is zeker niet eenvoudig.

Na de stevige wandeing is onze volgende bestemming Brisbane. We nemen de mooie kustweg vanaf Tweeds Head via Surfers Paradise naar Brisbane. In Brisbane verblijven we in het centraal gelegen Holiday Inn (met airco J). Brisbane is met haar 1,9 miljoen inwoners één van de grootste steden van Australië. Ondanks dat deze stad al rond 1830 is ontdekt, heeft is pas echt ontwikkeld vanaf 1982 door het organiseren van de Commonwealth Games en verzorgen van de World Expo 1988. Dwars door de stad loopt de Brisbane River die dankzij een schitterende boulevard je uitnodigd voor alweer een wandeling. We lopen er wat af... We combineren de boulevard met een highlight tour door de stad zelf en sluiten de wandeling af met een bezoek aan het Queensland Museum en een duik in de Lagoon. Overal in Australië hebben ze, in de grote steden, openbare gratis zwembaden die voor een beetje afkoeling zorgen.Na een goede nacht slapen vertrekken we de volgende dag in de richting van de Glass House Mountains. Deze 16 vulcanische heuvels komen vanuit het niets in één keer te voorschijn. Na alweer een korte wandeling zoeken we een camping in de buurt van Beerwah, de plaats waar de Australian Zoo van Steve Irwin is gevestigd. We besluiten om al vroeg, een half uur voor opening, aanwezig te zijn en direct na het openen van de poorten zover mogelijk door te lopen. Dit blijkt een goede zet te zijn want we zijn helemaal alleen in het kangoeroe resort. Het is werkelijk waar een super gezicht om deze beesten te zien en we mogen ze zelfs voeren., super! Vervolgens zien we nog reuze schildpadden, koala's (die we kunnen aaien), cassowaries, natuurlijk krokodillen, wombats, dingo's en nog meer soorten dieren die we nog nooit eerder hebben gezien. Als laatste bekijken we alle giftige en niet giftige slangen. We worden er bang van zoveel het er zijn. Ook bezoeken de Bindi Irwin show, bestaande uit een vocaal optreden (niet erg best) en daarna een dierenshow met vogels (erg spectaculair) en natuurlijk krokodillen. De kinderen van Steve Irwin (overleden door het niet veilig zwemmen met een pijlstaartrog) zijn verpest door de media aandacht en te overdreven aanwezig...jammer is dat. We kunnen niet de hele dag blijven aangezien we 's avond alweer in Hervey Bay moeten zijn voor de briefing van onze 3 daagse 4x4 tour naar Fraser Island.

Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld. Het eiland kun je alleen bezoeken met een 4x4. Wij kiezen voor een zogenaamde self drive tour; met 7 anderen krijgen we een auto en campingsspullen tot onze beschikking. Het is de bedoeling dat je dan met zijn allen een vooraf vastgestelde route aflegd. Helaas zijn er de afgelopen jaren enorm veel dodelijke ongelukken gebeurd (roekeloze backpackers die veel te hard rijden in het zand). Het resultaat is dat wij een twee uur lange briefing krijgen voordat we mogen gaan. We krijgen niet alleen instructies over hoe en waar te rijden maar ook hoe om te gaan met dingo's. Op Fraser leven grote roedels met wilde honden die vooral kinderen als hun prooi zien. Nadat we aardig banggemaakt zijn voor alle gevaren op Fraser slapen we een nachtje in een dorm kamer voordat we de volgende dag kunnen vertrekken. Het kost nogal passen en meten om 9 man, 9 tassen, tenten en eski's in de auto te krijgen. De tweede uitdaging is boodschappen doen! 9 mensen in een supermarkt discusseren over wat wel en niet meegaat, is een erg interessant tafereel. Gelukkig gaan we redelijk snel door de boodschappen zodat we netjes de ferry halen van 10.30. Dan kan het rijden beginnen! Via een mulle zandweg moeten we dwars door het bos naar het central station, waar we ons water moeten aanvullen. Vervolgens rijden we door naar het Eurong resort waar we onze eigengemaakt boterhammen opeten. Dan mogen we voor het eerst op het brede strand rijden! Wow wat is dat geweldig! De eerste bezienswaardigheid is Lake Wabbi. Om daar te komen moeten we in het mulle zand (en heet!) 45 minuten lopen. Gelukkig is het meer dan de moeite waard want we komen in gigantische zandduinen terecht. Onderaan de zandduinen loopt het zand over in bos en daarvoor ligt een prachtig groen meer! Helaas moeten we het stuk ook weer teruglopen door de hitte. En wie komen we daar tegen, Carl & Jenny die we in Laos ontmoet hebben. Het backpackers wereldje is eigenlijk heel klein! 's Avonds slaan we ons kamp op in de duinen en maken we er een gezellige avond van met zijn allen. Natuurlijk krijgen we een bezoekje van de Dingo's maar omdat we ons eten veilig opgeborgen hebben zijn ze al snel weer weg.

De nacht verloopt zonder veel slaap. We liggen namelijk op de grond (geen luchtbed of madje) en om 6 uur geeft de zon zoveel warmte af dat we de tent uit fikken. We mogen tot 12.00 nog niet rijden op het strand omdat het nog vloed is. We lopen daarom met zijn allen naar Early creek. Helemaal fantastisch! Er loopt gewoon een klein riviertje met superhelder koud water naar de zee!

Na de lunch is het Vincent zijn beurt 20 km over het strand naar Indian Heads te rijden. Dit uitzichtpunt is super! We zien vanuit hier de gigantische stranden en haaien en mantaray's in het water!! Nog een klein weetje; op Fraser Island mag je absoluut niet in zee zwemmen ivm de haaien! De terugweg stoppen we nog even bij de Pinnacles, Red Canyon en een schipwrak op het strand. Allemaal niet heel bijzonder. 's Avonds slaan we ons kamp weer op en worden we inmiddels gek van het zand. Het zit echt overal En nee douches hebben ze niet op de campings. De laatste dag moeten we alweer vroeg op want we moeten voordat het vloed wordt het strand af. Om 06:00 zitten we weer in de jeep en rijden we naar Lake Mackenzie. De is het mooiste meer wat we ooit hebben gezien. Het water is zo blauw en het zand zo wit. Jammer dat we dit plekje moeten delen met teveel andere mensen. De terugweg naar de ferry loopt niet helemaal zoals gepland. Doordat het zand zo mul is en de heuvels best steil zit een andere auto voor ons muurvast. Het duurt een half uur voordat we de jeep uit het zand krijgen en verder kunnen.Eerst moeten wij ook onze banden leeg laten lopen naar 1,5 bar om te voorkomen dat wij ook vastkomen te zitten. Vincent heeft het grote geluk dat hij het zwaarste gedeelte van de tocht mag rijden. Het is zo heftig dat we soms het gevoel hebben om te vallen... Gelukkig gaat alles goed en halen we net op tijd de ferry. We pompen de banden weer op aan het vaste land en tanken voordat we onze jeep inleveren. We kunnen terug kijken op drie geweldige dagen op Fraser Island. Tot nu toe het hoogtepunt van Australie! '

Inmiddels zitten we alweer in Townsville en zitten we middenin de Monsoon/ Cycloon regens... De volgende keer meer....